zullen daartoe gerangschikt rvorden naar orde van de kunde welke zij meer of minder van de hierboven opgegeven vakken bezitten. Bij gelijke bedrevenheid in deze, zal in de eerste plaats in aanmerking komende kennis der gronden van de Engelseheen verder de meerdere kennis in de verschillende talen de geschiedenis en de aardrijkskunde. Verdere vor deringen in de wiskunde komen .alleen dan in aanmerking wanneer die in de overige vakken gelijk slaan. Het voor geschreven examen zal eenmaal in het jaar in de maand Junij of Julij plaats hebben ten aanhoore van ouders of vrienden der Aspiranten. De Aspiranten zullen bij het examen ligchamelijk worden onderzocht door den Officier van Gezondheid der Is10 kl. aan de Akademie, die zich daarbij ge dragen zal overeenkomstig de bepalingen van het besluit van 10 Februarij 1836, N°. 78, of volgens later te dien op- zigle te geven voorschriften. Zoo is dan ook later voorge schreven datom overtuigd te zijn dat de Aspiranten aan geen zwakheid van het gezigt en aan geen bijziendheid lijden, zij door genoemden Officier van Gez. aan de volgende drie proeven zullen worden onderworpente weten 1°. dat zij op eenen afstand van 230 Nederl. Strepen eene gewone drukletter (b. v.: Dessendiaan llomein) duidelijk moeten kunnen zien en onderscheiden 2°. dat zij op eenen afstand van vijf Nederl. Ellen duidelijk moeten kunnen zien en onderscheiden letters en cijfers ter grootte van drie Nederl. Duimen, met wit krijt op een zwart bord geschreven en 3°. dat zij op eenen afstand van tien Nederl. Ellen met vlugheid moeten kunnen zientellen en onderscheiden de bij afwisseling met de regter en linker hand opgestoken vingers en zulks zoo wel met beide oogenals met elk oog afzonder lijk. Aan deze drie proeven niet voldoende zal de Aspirant verklaard worden ongeschikt te zijn om als Kadet te wor den toegelaten. Dezelfde bepalingen van het examen gelden ook-voor de toe- laling der Rages van Zijne Majesteit. Ieder Kadet verbindt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 82