01
hijzaken. Naai' ons oordeel ligt dit veel aan den Onderwij
zer, die van het hoofd zijns leerling? eene secretaire gemaakt
heeft met verschillende afgezonderde laadjeséén laadje voor
de cijferkunst, een ander voor de taal, weer een ander voor
de aardrijkskunde; komen nu de cijfers uit het eerste
laadje ongelukkigerwijs in het laatste te regtdan weten ze
hun fatsoen niet te houdenhunne plaats niet te vinden
hunne orde niet te handhavenen de secretaire ligt over
hoop. Even ernstig moeten wij aanbevelen den leerling, in
den regelniets meer te onderwijzen dan hetgeen voor het
examen vereischt wordt; immers liever te zorgen, dat er dit
goed in zitte dan dat de grondigheid van het vereischte
opgeofferd worde aan eenige meerdere oppervlakkige kennis.
Maar de concurrentie dan Wij verliezen haar bij onzen
wclgemeenden raad niet uit het oog; het is den Aspirant
nuttiger en voordeeliger in het vereischte uit te munten,
helderheid van oordeel aan den dag te leggeneene goed
ontwikkelde bevatting te doen doorstralen, dan in het niet ge
vorderde eenigen schijn van kennis te bezitten. Enkele vlugge
cn vroeg ontwikkelde koppen mogen hierop eene uilzondering
makenbij dezen wordt de grondigheid niet aan de meerdere
vorderingen opgeofferdvoor zulkcn is het zelfs raadzaam, dat
men niet eeuwig hetzelfde herhaleniet steeds op dezelfde
hoogte blijve; wil men hunnen leerlust niet uitdooven,
zoo moei men verder gaandoch ook dan nog geschiede dit
behoedzaamen wij herhalen hetdit zijn uilzonderingen
op den regel. En bovendien: O! leert uwen jongens schrij
ven Iaat hen veelnetjes en met orde schriftelijk werken
ge hebt er bij uwe toepassingen zoo veel gelegenheid toe.
Ik weel het, dit kost den onderwijzer veel lijd en moeite;
hij moet het geschrevene nazien en verbeteren; maar die
lijd brengt rente op, dat werk sticht nut; menigeen druipt,
omdat hij niet geleerd heeft schriftelijk te werken. Brengt ook
uwen leerling niet half toegerust op het examenlaat hem
liever een jaar later komen dal jaar is niet verloren. Vele
ouders haasten zich en rusten nietzoo lang hun zoon niet