es wij overtuigd warendat daardoor de afscheidingwelke nog' vaak tusschcn die homogene deelen der landsverdediging werd waargenomenverminderd en uitgeroeid zou wordenniet minder juichen wij nu, om dezelfde reden, de toevoeging van het Instituut der Marine aan de Akademie toe. De aan staande Officieren van heir en vloot, knoopen nu reeds in hunne jeugd duurzame vriendschapsbanden' aanimmers, wie onzer weet niet bij ondervinding, dat juist de makkers uit onze jongelings-jaren ons steeds het dierbaarst blijvendat de levendigheid der in dat tijdperk gedeelde indrukken zich op laleren leeftijd met nieuwen gloed aan onze verbeelding opdringt, om ons dan met onveranderde belangstelling aan onze voormalige makkers te herinneren dat het weerzien van zulk een makker een feestdag is waarop het hart op nieuw jeugdig de geestdrift op nieuw gloeijend is? De Adelborsten en de Kadets van alle wapens leeren op de Akademie voor gelicht door den eendragtszin hunner meerderen het gewigt hunner wederzijdsche bestemmingen waardeerende Zeeman blijve met hart en ziel aan de Marine verkleefd, de Infanterist, lvavalleristGenist en Artillerist mogen ieder voor zich op het innigst aan hun wapen gehecht zijn, dit is goed, dit werkt heilzaam op den ijver en pliglsvervullingmaar allen moeten zij hunne krijgsbroeders hij de andere wapens hoog achten allen moeten zij overtuigd zijndat ieder dezer wapens zijne eigenaardige voor- en nadeelen heeften dat alleen eene vereenigde zamemverking van allen de nadeelen van ieder wegneemt, de voordeelen verhoogt, den gunsligen uitslag waarborgt. Bovendien werkt het heilzaamdat de Adelborst zich met de inrigting van het krijgswezen hekend maakt, terwijl de Kadet eenigzins in die van het zeewezen door dringt: al is deze wederzijdsche kennis ook oppervlakkig, bij eene vereende handeling van beiden kan zij zeer nuttig zijn. Of stormden de Officiers der Marine onlangs op Borneo niet aan het hoofd hunner Mariniers mede, en kwamen zij daarbij niet geheel in den werkkring des Infanterie- Öfficiers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 96