10 angstig wachtende moeder teruggekeerd. Doch de onder vinding heeft hem reeds wijzer en voorzigliger gemaakt; dit maal roept hij niet: «over drie weken ben ik Kadet maar op de gejaagde vragen zijner teedcrminnende moeder die met de innigste belangstelling den uilslag verbeidt ant woordt hij: «me dunkt, dat het wél gegaan is, maar hij Mijnheer Badon heb ik wel eens gemist." Ook Mama Langeveld had nu wel onzen polsstok willen hebbenom de weken over te springendie der zoo gespannen verwachte beslissing vooraf moesten gaan. Telken avond wanneer Papa zijne slaapmuts over de ooren getrokken had fladderden de onderstellingen beurtelings op hoop en vrees gegrondhoorbaar langs de bedgordijnennu eens lachte de zoele hoop, die troosteresse van wachtende zielen, het in sluimerende echtpaar liefelijk toe dan weer grijnsde de vrees die martelaresse van in onzekerheid rondgeslingerde harten hen met schrik wakker, lederen morgen werd de post met klimmend verlangen te gemoel gezien de minuten welke des brievenbestellers komst voorafgingen, duurden eene eeuwig heid; en wanneer de man zonder aanbellen voorbij was, wenschle men de spanning terug, waarin die minuten door- gebragt warenwant nu moest er weer een gansche dag voorbij kruipen, eer men iets verwachten kon. Jan ver langde ook wel, maar hij sliep er niet te minder om; hij achtte zich geregligd zijne schade in te halen, daar hij dc-n laalsten tijd op school reeds om vier uur 'smorgens zijn bed verlaten had; en wanneer hij nu na lang slapen ont waakte, was liet hem een waar genot de halletjes zijner bedgordijn-franje geregeld af te volgen met de woorden: geplaatstgedropengeplaa'st 3 gedropenten einde zoo doende hel lot te raadplegen. Doorgaans dommelde hij weer in eer de ontknooping daar was. Voor 't overige bragt hij de dagen natuurlijk in ledigheid door, en kwelde zijnen geest met geenerlei inspanning, ten zij Mama hem eene streng katoen liet ophouden, 't welk hij dan toch moeijelijk weigeren kon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 100