12 volk geraakt was. Buurvrouw begreep er eerst uildat jongeheer Jan overreden was, en meende al in haar hooge wijsheid: «dat heb ik allijtl wel verwacht, wat deed hij er ook zoo gedurig bij te loopendoch een oogenblik latei- zag zij hem met fier opgeheven hoofd en met sporen aan zijne rijglaarzen de slraat op gaan (hij had ze reeds in stille en bij voorraad van zijne zakduiten aangeschaft)en nu ging haar een licht op en knikte zij hem vriendelijk toe, en was er over verrukt, dat bij niemendal grootsch geworden was, daar hij haar groet als van ouds beantwoordde. Jan snelde voort naar zijnen boezemvriend om dezen in zijne blijdschap te doen doelen maar vooral ook om diens zusterdien hij liefst tienmaal daags zag, zijn sporcngcratel te doen liooren. Het is toch opmerkelijkdat wij op den leeftijd van Jan altijd tot boezemvriend kiezen den broeder van een der meisjes waarop we verliefd zijnwelk meisje altijd ettelijke jaren ouder is dan wij, van ons kinderachtig gesnap niets hooren wil, en op haar beurt dweept van een Dragonder-ritmeester, die haar vader kon wezen. Ileeft ze geen broeder, dan be helpen we ons met een onzer medeminnaars. Ohad Jan nu nog een rooden band om zijne muls kunnen hebben'? Doch zóó ver durfde hij de driestheid niet drijven. Dat bij niettemin zeer voldaan was over zijn eigen persoon dit zullen we geen onzer lezers behoeven te verzekeren; hij koek niet meer dan om de vijf pas naar zijne sporen om, even als ieder, die voor 'teerst een horloge op zak heeft, de tijdswaarde eerst regt leert op prijs stellen, daar hij zich bij iederen nieuwen blik op dat horloge nooit begrijpen kan dat er lusschcn dezen en den voorgaanden slechts twee mi nuten verliepen. Welnu, Mijnheer Lanveveld liadt ge dit maal een krui wagen? Was hel nu ouk voorspraak, die utven, zoon een goed examen deed afleggen? Zeg me waart ge niet onbillijk toen ge bij zijne vorige mislukking zoo onhcusch uitvoert tegen diezelfde menschen, welke hem thans even onpartijdig beoordeeld hebben als vroeger? Och, moge de ondervinding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 102