1i liij zijn hoofd naar alle zijden draait, schoon het strikt geno men voldoende zou wezenindien hij het maar met zijne aandacht op dat hord rigtleovertuigt u reeds dat hij zich schielijk aan den stropdas gewend heeft. De behendige vlug heid waarmee hij zijne hand opligtom er zijn achterman bij wijze van afleiding en vermakelijkheid een tik meè te gevendoet u reeds aanstonds ziendat hem zijn mouwvest niet meer knelt. Ofschoon ge op dit oogenblik niets dan zijn bovenlijf ontwaart, 't welk gereed is om bij het eerstvolgend omzien van den Leeraar de onbewegelijkste houding aan te nemen, verzeker ik u, dat hij met zijn huurman in een hakkengevechl gewikkeld isniet zoo zeer omdat ze elkaar te lijf willenals wel omdat het stilzitten hun verveelt. Gis teren heeft Jan den dag in de politie-kamer doorgebragt wegens gebrek aan vlijt en rustverstoren in de lesen heden heeft de voordragende Officier reeds tweemaal naar hem om gezien als om hem met een blik te waarschuwendal hij toch opletten moet. Kortom, Jan vergeet dikwijls zijne Kadetten- waardigheidom nog weer eens geheel en al schoolknaap te zijnJan is met de beste voornemens naar de Akademie gegaanhij heeft zijner moeder nog hij het scheiden beloofd dat hij best oppassen en ijverig studeeren zou, in ieder zijner brieven herhaalt hij die beloftedrie weken lang heeft hij haar ook nagekomenniet zoo zeer om zich toe te leggen als wel omdat het vreemde, dat hem omringde, zijn jongens aard bedwong; nu heeft de natuur zoetjes aan de bovenhand gekregenhij voelt zich meer 'thuis, en zijn ijver ver- flaauwtzijn leerlust verdwijnt, hij let niet op, en daar zijne aandacht toch met iels bezig gehouden moet worden want slapen mag hij niet, speelt en stoeit hij. Jan raakt achterlijk; hij behoort niet tot de vlugsten, maar kon, mits hij de lessen geregeld volgdetoch redelijk meèin slede daarvan is hij doof voor vermaningen en straffenhij beseft niet hoeveel nadeel hoeveel verdriet hij zieh-zelven en zijnen ouders berokkent; hoe vaak hem dit ook onder 'toog gebragt wordehoe welmeenend en bij afwisseling hoe streng ook

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 104