aangespoord, hij blijft leuteren, hij blijft onoplettend, hij
gaat achteruit. Nu hij eenmaal Kadet is, schijnt het doel
bereikt te zijnwat al inspanningwat al studie heeft hij
zich getroost om tol dat doel te geraken en nu hij zoo ver
is vergeet hijdat dit nog maar de eerste trede is van
den ladder, langs welken hij op moet klimmen in plaats van
te begrijpen, dat nu do studie eerst regt begint, schijnt hij
van meening te zijn dat thans het leeren uil is. Door dwang
moet hij er toe gebragt worden om ten minste nog iels te
doen, en wie ooit gestudeerd heeft, begrijpt hoe weinig be-
teekenend de vruchten van gedwongen studie zijn. Wel
weet Jan dat er nog een examen in 'tverschiet ligt, maar
O! wat nood, tegen dien tijd zal hij ijverig den boel aan
pakken en daar hem het geleerde dan versch in het ge
heugen ligt, twijfelt hij er niet aan, of de uitslag zal gunstig
wezen. Maar hebt ge dan nu nóg niet geleerdbeste Jan
Langeveld, dat men geen geheugenwerk van u vergt; hebt
ge dan nóg niet ondervonden dat het geheele onderwijs lot
strekking heeft uw oordeel te ontwikkelenuw verstand lot
rijpheid te brengenuwen geest te scherpen en u aldus ge
schikt te maken voor uwe heerlijk schoone eervolle roeping?
Ziedaartoe haat een van huiten leeren gedurende de twee
laatste maanden volstrekt niet; de inspanning, welke gij u
dan angstvol zult opleggen en die des te pijnlijker wordt
naar mate het schrikbeeld nader bij komt, verslapt, verdooft
uwen geest; zij draagt wrange vruchten. Eene herhaling is
voor hemdie 't heele jaar door ijverig de lessen gevolgd heeft
nuttig en noodig; zij valt hem gemakkelijk, hij bewandelt
dan eenen bekenden weg, en voelt onder de wandeling, zon
der ooit moede te wordendat hij het doel steeds nader hij
komt. oor u zal die wandeling een hijgend draven zijn
langs eenen doolweg, die u vreemd is; hij iedere schrede zult
gij krampachtig naar den Ariadne-draad grijpen, die u uit
het labyrinth brengen moet; hoe langer gij draaft, des te
angstiger wordt het u des te gejaagder voelt gij u want
telkens ontmoet gij hinderpalen voor uwen voettelkens vreest