16 gij op hel u onbekende terrein hel spoor hijster le zijn. O! zoo innig gaarne zoudt gij dan de gidsen raadplegen die u het gansche jaar door vruchteloos tol volgen aangezet hebben; maar wat haal hunne bereidwilligheidzoo ge die niet reeds verspeeld hebt? Ze zijn niet alvermogend, ze moeten u in den steek laten. Arme Jas Langeveld wat al marteling be rokkent gij u-zelven door uwe ligtzinniglieid. Maar denkt ge dan nooit aan die tcederininnende ouders, die met zoo veel innige liefde naar u starendie zich zoo bekrimpen om .uwe opleiding te bekostigendie 's avonds nooit het hoofd ter ruste leggen zonder eerst des Almagtigen zegen over u in te roepenen wier eerste gedachte bij hun ontwaken een wel sprekend gebed is voor den van hen verwijderden zoon Maar denkt ge dan nooit aan de toekomst, wanneer ge uwe makkers als Officier de Akadeinie zult zien verlaten, terwijl gij één, misschien twee jaren langer zult moeten loeven om uwe liglzinnigheidveiligt uwen onwil te bezuren? Het Kadetlen-leven is toch voorwaar zoo aanlokkelijk nietdat ge 't vrijwillig of liever moedwillig rekken zultArme Jan Langeveld we beklagen u diep want letten wij op de ge volgen. liet is Zondag, de gezamentlijke Kadets zijn, afgedeeld volgens hunne verschillende gezindten kerkwaarts geweest en keeren daar wedermet de muzijk vooropwelke vrij goed genoemd mag wordenwanneer men in aanmerking neemt dat zij uitgevoerd wordt door liefhebbers uil de Kadets ge kozen en dat dus ieder jaar de meest gevorderde dilettanti het vreugd en leven aanbrengend korps verlaten, om ver vangen te worden door weinig gevorderde nieuwelingen in het vak; terwijl het bovendien zeer moeijelijk is, de plaats van een vertrekkende ophikleïde te doen innemen door een nieuw aankomenden fluitist. Hel is trouwens opmerkelijk zoo als het ras der fluithlazers zich uitbreidtkleine fluiten middelsoort fluiten, groote flutten zijn er voor ieder orchest altijd hij menigte te vinden misschien vloeit dit wel voort uit 's menschen zucht om hoven alles uit gehoord te worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 106