22 ondernemend wezen. Kom wat een gekheidde menseh moei een beetje op zijne gelukster vertrouwen en zoo n slcgelieltje is nog al ligt weg Ie moffelen. Ijverig gaat hij dus aan hel maken van kleine, ineengedrongen uittrekselsdie, in een allerliefst zakformaalje waardig waren 0111 als een toonbeeld van Kadettengeduld en vernuft naar de Londensclie tentoon stelling gezonden te worden. Onder deze toebereidselen was de zoo gevreesde examentijd genaderd. Afschuwelijke lijdvoorwaar, onze Kadelten ver werven de zilveren of gouden épaulet ten koste van menigen angstparelen zijdie in de dagen van Napoleon onder een stortbui van kogels op den vijand instormden om door hun moedig gedrag tot den Officiers-rang bevorderd te worden kwamen er lieel wat makkelijker aan dan het tegenwoordig geslacht. Ik weddat indien men Jan Langeveld de keus gelaten had tusschcn een examen om in zijn tweede studie jaar over te gaan, en eene charge op een ovcrmagligen vijand, hij zich dadelijk te paard zou gezet hebben om er eens duchtig op los te rennen en er ferm op in te houwen. Nu Jan, dal zal je óók te pas komen, jongen; behoud daar den lust voor: misschien breekt er nog eens een tijdperk van uw leven aan dat ge aan het hoofd van een Eskadronmet de sabel in de vuist, den teugel viert, en, zonder u om het al vernietigend schrootvuur te bekommerende brave volgelingen tot de over winning voert. Inlusschen om zoo ver te komenmoet ge er zit niet anders opeerst door al de examen-vuren op de uitspanning zaal en geloof meeven zeer als ge er nu inzit om u aan dat v8ur bloot te stellenomdat ge in den loop van het jaar verzuimd hebt er u op voor te bereiden, even zeer zoudt ge later tegen de charge opzienindien ge ooit als Officier verzuimdet uwe Dragonders tot goede soldaten Ie vormen. Ook in dit opzigt, zij u de thans opgedane ondervinding van nut; ge komt allengs op den leeftijd, waarop de menseh door ondervinding het meeste leert, versmaad hare lessen niet. Maar nu naar hel examen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 112