55
hun aller welzijn; eene taak, die hem evenwel niet zwaar
zal vallenals hij zich de vroeger genoemde hoedanigheden
heeft eigen gemaakt, daar deze gczamentlijk hem dat zedelijk
overwicht over zijne troepen verzekerenzonder hetwelk zelfs
zijn eigen voorbeeld hen niet zou bewegenhet gevaar overal
en ten allen tijde onverschrokken onder de oogen te zien.
«Dit alles moge waar zijn, maar welk land welke eeuw,"
hooren wij niet weinige onzer lezers uitroepenkan toon
beelden van dergelijke aanvoerders aanwijzen? De zoodanigen
behooren waarschijnlijk tot het rijk der vrome wenschen
A'oorzeker niet talrijk zijn degenendie op hunne loopbaan
als bevelhebber niet meermalen en grovelijk in een of ander
opzicht faaldenen vooral misten velen die besluitvaardig
heid tot handelen onder hunne eigene verantwoordelijkheid
welke de Duitschers Thalkraft gelieven te noemendie bij
de Franschen voor het kenmerk van een homme d'action geldt
en die wij zoo gaarne tot het waarmerk van den man zouden
willen stempelenmaar toch zijn er genoeg te vindendie
met ecre kunnen genoemd worden onder henwelke zich
de plichten van het bevelhebberschap naar waarheid voor
stelden en er met vrucht naar streefden, ze te behartigen.
Dat trouwens die kracht tot handelen tegenwoordig aan zoo
menigeen ontbreektis wellicht een uitvloeisel der staats
burgerlijke instellingen dezer tijden waarbij redeneering vaak
meer geldt dan daad, waarbij elke handeling als langs een
afgebakend en moeijelijk te verkorten pad tragelijk voortschrijdt,
ïs het gemoed daarbij niet louter van de edelste beginselen
vervuldkan men zich geene miskenning in 't belang van
den Slaatvan allen getroostendan tracht men allengs zijne
denkbeelden door te drijvenal is het ook met geweld men
vormt Oppositieen wordt dwingelandof gaatals meestal
gebeurtin den bajert van hervormings-onlwerpen der staals-
bei'oerders te loor. Hij echter, die waren zielenadel in zich
omdraagt, bezit den zedelijken moed, en deze is niet altijd
de geringste om zich te bewaren voor het oogenblikdat het
aderland hem onontbeerlijk achtdat hij het wettig gezag met