4-3 Ic staanwas door zijne onvervaarde standvastigheid gansch geweken. O! mogten allen, die" eens met het handhaven der krijgstucht heiast zullen wezen, zich aan v. d. C.'s handelwijze spiegelenmogten zij nimmer aarzelen de stem van ge moedelijkheidzachtzinnigheid en medelijden te doen zwijgen, waar alleen krachtige en strenge maatregelen redding kunnen aanbrengen. Die stem moge vaak de spoorslag zijn tot het edelst deugdbetoon; er zijn oogenblikken in 's aanvoerders loopbaanwaarop zwakheidzelfs uit edele gevoelens voort gesproten, onversclioonlijk is, en meer kwaad sticht dan schijnbaar barbaarsche gestrengheid. Alleen het vast onwrik bare karakter, het diep daarin genestelde bewustzijn der noodzakelijkheid eener onafgebroken krijgstucht is in staat, ons in zulke oogenblikken den eenigen goeden weg te doen be wandelen ons dan kracht van willendurven en handelen te geven. Ook thans evenwel zou al de inspanning van onzen koenen hoofdman ijdel blijken ter bereiking van het grootc doel, Groningens heroveringen Rennknbergs vernietigingde zoo geduchte partijgangerde even bekwame als koene Maarten Sciienk toog met zijne goed toegeruste benden uil het zuiden Rennenberg ter hulpen bij Ilardenberg dolf IIohenlohe het onderspit. Wél streed ook v. d. C.'s vendel te dier plaatse, maar hij zelf had in last, met een vijftigtal aan den slagboom vooruit Coe.vordcn post te vattenom hendie bij onverhoopt be zwijken voor de overmacht, of liever voor het overwicht des vijands, uit het gevecht mogten wijken, lot slaan te brertgen en te herzamelen. Te vergeefs echter wil v. d. C. dan ook geen der spoorslags aanrennende ruiters doorlaten, of men moet hem bij cede zwerenden aan hem toevertrouwden post manmoedig te helpen verdedigennaauw zijn zij binnen den slagboomof velen rennendoor angst gedrevenverder voort, en eerst toen ook tal van Officieren, verwonnen maar nog geenszins ontmoedigd, zich bij hem voegen, gelukt het den wakkeren v. d. C. ten minsten een gedeelte der geslagen benden lot staan te brengenen zijnen post te be houden. Het is er evenwel verre af, dat hij alle zwarigheden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 133