46 en met de ammunitie van kruit als anderszins was bet mede zeer karig gesteld 't geen niet bevreemden moetdaar er zich geen bepaald Bevelhebber binnen de vest bevond en er vóór v. d. C.'s komst (17 Oct. 1680) slechts één vendel onder Kapitein Oltiiof in bezetting lag. Alleen was er ruimte van leeftocht, en dit kwam den verdedigers ten aanzien van de vaak weifelende burgerij zeer te stade. Te recht begreep dus v. d. C.dat hem eene zware taak verbeidde, en dat hij vooral op de zijnen moest kunnen vertrouwen wilde hij haar met eere volbrengen. Voordat hij dan ook nog de slad binnen trokwaarin hij door den onwil der meest Spaansch- gezinde burgerij slechts met moeite slaagde, wist hij door eene manhafte rede zijne onderhebbenden zoo zeer aan te vuren dat zij hem met eede beloofden van geen overgaaf of onderhandeling ie zullen reppen eer hij zelf dit deed, en zulks op straf van door den naastbij zijnden krijgsmakker op slaanden voet te worden doorstoken. Trouwens tot dit uiterste kwam het nietv. d. C.'s manschappen door zijne schier weer- galooze heldhaftigheid aangespoordvolbrachten steeds met ijver hunnen plicht. Daags na zijne komstgeraakten er nog twee vendels Iloogduitschcn binnendoch versch en ongeoefend krijgsvolk; zoodat de bezetting nagenoeg 600 man telde, terwijl er nog 500 weerbare burgers te vinden waren, waarvan evenwel geen vijftig te vertrouwen vielen: paarden had men geen andere dan die behoorende aan de Kapiteins in alles een twaalftal. 't Allereerst viel er nu in 't bevelhebberschap te voorzien en daar er van wege de Staten geenerlei bepaald voor schrift daaromtrent bestond, en elk der vier Kapiteins Oltiiof, van deh Corput Plaat en Stuiper er zich evenzeer toe ge rechtigd achtte vormden deze gezamentlijk eenen Raad van verdediging, die zich echter met de Vroedschap in alles moest pogen te verstaan, wilde er op eenige medewerking van dien kant te rekenen zijn. Wat zorgen dit belemmerend overleg aan den wakkeren voortvarenden van der Corput baarde valt moeijelijk te beschrijven. Zoodra toch Rennenbergs troepen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 136