u cn dan aarzelde hij ook niet dit offer aan zijne overtuiging te brengen, doch wist tevens onverwijld middelen te beramen ter weering van de gevreesde gevolgen. Zoo dreef men eenmaal uit ongeduld over bet traag ontzet doorbij Norrits er op aan te houdendat hij een duizendtal manschappen met krijgs voorraad en leeftocht binnen de stad zou werpen, ten einde met meer klem uit Sleenvrijlc zelf Rennenberg te kunnen be sloken. V. d. C. was er tegen, doch daar men alle verdere weerbieding weigerde ten zij in dat gevalonderleekende ook hij ten laatste den lastbrief der gemachtigden maar onder richtte tevens Norrits van 't gebeurdeen liet aan dezen be paaldelijk de beslissing over, in hoe verre het raadzaam wezen kon de zoo moeijelijk tot het ontzet bijeengetrokken macht te splitsen. De plaats had nog geen nood en hij stond er voor in zag Norrits slechts kans de deels ontmoedigde, deels opgeruide menigteof liever hare gemachtigdendoor eenig hoopgevend doch weinig verbindend antwoord te vreden te stellen. O laat ons toch den koenen en grooten man bewonderendie schier alléén van zijne meening en onder .den invloed van zoo vele verflaauwende mede-bevelhebberstoch genoeg geest kracht behoudt, om al het mogelijke tot het doordrijven zijner onwrikbare mcening aan te wendendie niet schroomt de zedelijke verantwoording voor de gevolgen zijner stout heid op zich te nemen. Laten wij 't als regel aannemen, dat, waar onze zorgvuldig gewikte meening op moedbetoon uitlooptde uitkomst steeds onze handelingen rechtvaardigt want de krijgsgeschiedenis leert ons op iedere bladzijde, dat de fortuin den stoute begunstigt. Wist v. d. C. echter van zijn verstandelijk en zedelijk overwicht op de menigte herhaaldelijk en treffend partij te trekken; ook van de grove onkunde en 't bijgeloof dier dagen maakte hij soms schitterend gebruik, om de bekommerde burgers tol geduld te stemmen. Onder anderen gebeurde het op den &'u" Februarij 1381 dat drie veldhoenders door koude verkleumdof door 't schieten beangst geworden, over de markt streken en door drie Offi cieren der bezetting met de hand werden opgevangen. De

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 144