68 een luijaardccn mcnschenslagtereen slaafscli werktuig1 van dwingelandijeen oorzaak van oorlog en van alle daarmee gepaarde rampen want deze stichtelijke eeretitels en nog veel meer andere worden ons door hen gegeven. Ik was gaan geloovendat. de militaire stand den vloek van alle wei denkenden verdiendedat het leger een kanker was der maatschappij een improductief verslinder der geldmiddelen van den Staateen brandpunt van zedeloosheid en verderf. Zelf tot dat leger behoorende en bezield met den lust, een waardig burger van den Staat te wezen was ik over mijn handwerk gaan blozenik schaamde mij in mijn uniform op straal te komen hel was mij als waren alle niet-gewapende menschenYredesvriendenals wezen ze mij na; als riepen ze elkaar toedaar hebt ge weer zoo'n bezoldigden leèglooper, zoo'n bloedzuiger der natie zoo'n strooper verwoester plun deraar, brandstichter, zoo'n gehuurden menschenmoorder en nu mij de aanleidende oorzaak mijner vrijwillige indienst treding zoo aanschouwelijk gemaakt was, begon ik een diep berouw te voelen over de urendie in mijne kinderjaren aan ccn schijnbaar onschuldig spelen met looden soldaatjes trommen, geweeren enz. besteed waren. Wat is natuurlijker, dan dat ik mij vast voornam mijnen zoon ten minste te be waren voor de onherstelbare dwaling des vaders, die door zijne indiensttreding der maatschappij reeds zoo veel kwaad berokkend haden dat ik hemin plaats van met. het ge vloekte moordtuigmet enkel guldens en twee-vijftigers spelen lietin t vast vertrouwen dal hij dan een rentenier zou worden. Ten einde hem bovendien regt te gevenlatei- een mooijen titel hij zijn naam te voeren, wilde ik hem een nieuw jongensspel Ieerentot nu toe nog door geen een knaap gespeeld: het «sla mij gerust, ik sla u niet weer;" ongetwijfeld werd hij dan Eere-lid van het Congres voor den Vrede Weinig tijds nu, nadat mijn geweten zoo smartelijk wakker geschud was, kreeg ik een Iloogduitsch werk in handen, t w-elk over de gevolgen en den invloed van der kinderen S

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 155