67 le ontzeggenen dan was liet tamelijk onverschillig of de vermaken der jeugd al of niet van invloed zijn op de latere beroepskeuze. Ge zietik had van mijne hoog geachte Vredes- vriendcn reeds veel geleerd: afdoende maatregelen maar; 't is onzeker of de spelen kwaad doen of nietdoch ze leunnen kwaad doenergo geen spelen meer. liet zou moeite kosten om dat bij mijn jongen ingang te doen krijgen, maar geen noodop het voorbeeld al weer der Yredesvrienden deed zich een zeer eenvoudig middel op om daartoe te geraken ik zou eenc redevoering voor hem houdeneene redevoe ring in forma voor hem alleenen daar krijgt men immers tegenwoordig alles mee gedaan. De toovermagt van het woord is alvermogend. Er is nooit eenig mode-artikel zóó gewild geweest, als in onzen tijd de redevoeringen. De kiezers- vercenigingen vooral hebben haar in de mode gebragten de pratersik wil zeggen de redenaarszijn reeds zóó menig vuldig dat er weldra geen uitvoerders geen doendersgeen feilenplegers geen vak der Corputs meer zullen overblijven. Zou Cof.put ook een redevoerder geweest zijn In 't voor gaande stukdat ons zijne hooge verdiensten zoo levendig afschilderten ons zoo aanvuurt ons naar zijn voorbeeld te vormenwordt daar geen melding van gemaakt ten ware men zijne redevoering tegen dien tegenspartelenden slagter als een staaltje van zijn redenaars-talenl wilde aanhalen. Nu, van dien aard heeft men er ons soldaten ook nog ééne geleerden aan die ééne zullen we ons dan ook maar trouw houden. Zij is in alle wachthuizen aangeplaktzij dient in geval van oproeren luidtGehoorzaamheid aan de wet Naar huis, of geweld zal gebruikt worden!" Doch wat spreek ik van soldaten, van oproer, van ge weld Die woorden zijn immers door onze hooggevierde Yredesvrienden uil de taal gebannenOnwillekeurig vergat ik daar mijne rol, ik vergat den tegenzin, welke mijn vroeger zoo geliefde stand in mij verwekt had; zonder het te willen, kwam de oude natuur weer bovennu ik mij als een tot handelen bereid steunpilaar der wet afgeschilderd zag; ik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 157