08 dacht er schier niet meer aandat wij tocli eigenllijk slechts nietswaardigeimproductieve huurlingen zijn. Nu echter mijn Hoogduitsche Schrijver mijn onvoorwaar delijk geloof aan dc onfeilbare deugdelijkheid der logica van de Vredesvrienden aan 'twankelen gebragt had, ging ik verder. Ik begon te twijfelen aan 'tgeen ze mij van de verachtelijkheidde nutteloosheidde onzedelijkheid en alle leelijkheden van den krijgsstand verteld hadden. Twijfel is pijnlijk, dit weet de Ivadct best, die, na een examen afge legd te hebben, den uilslag nog niet vernomen heeft; maar ik bekenhier werd hij mij allengs welkom. Immers bij bragt de mogelijkheid mee om mijdie als een doemwaardig soldenier in mijne eigen oogen zoo verachtelijk geworden was, weer in mijne zelfacbting op te beuren en te verheffen. Gretig greep ik hel middel aan. Ik had in den toestand verkeerd van iemanddie zich door het huwelijkdus voor het gansche leven aan eene innig geliefde teeder beminde hooggeachte en steeds hartelijk begeerde gade verbonden had die na eenige allergelukkigste jaren aan hare zijde door- gehragtna met haar lief en leed gedeeld te hebbensteeds bereid om voor haar alles op te offeren, en wars van alle genoegens, die niet van haar kwamen, gewaarschuwd werd dat die zamenleving onzedelijk, verfoeijelijk en pen gruwel der maatschappij was. Even als van zoo iemand, Waren mijne droombeelden van geluk en tevredenheid eensklaps vernietigd geworden. De poczij en aureool van den soldatenstand waren voor mijnen geest verdwenende Vredesvrienden hadden mij mijn beeld in al zijne naaktheid doen zien bezoldigd, zedeloos leeglooper in vredestijd; gehuurd, bloeddorstig, onchristelijk moordenaar in oorlogsdagen! Nog ril ik er van, wanneer ik den strijd herdenk, dien, bij hel wegvallen der illusies, mijn ge- welen tegen mijne geschokte liefde voor den krijgsstand voerde. Men veroordeele mij dus nietwanneer ik vol ootmoed beken, dat ik de inconsequentie beging, ook hierover een tweede boek te raadplegenen in strijd met mijnen straks gegeven raadroep ik nu op grond mijner ondervinding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 158