70 openbaart; ongelijkheid van staal, van kracht en van be valling. Derhalve zal hij bestaanzoo lang er grooten en kleinenrijken en armensterken en zwakkengoeden en slechten, mannen van verdienste en zwakhoofden, zoo lang er onderdrukkers en onderdrukten zullen zijn dat wil zeggen zoo lang er eene maatschappij en menschen zijn zullen." Watzullen dan de Yredesvrienden, die het toch blijkbaar zoo goed met de maatschappij en met de geheele menschlieid meenendie inderdaad een groot kwaad en de menigvuldige daarmee verbonden rampen willen uitroeijendaar nimmer in slagen? Neen, nimmer; en zelfs al wilden alle menschen tot het Congres voor den Vrede toetreden, dan nog zou dit niet batenom de heel eenvoudige redendat menschen zelfs al zijn ze leden van dat Congres altijd menschen blijven. «Wat inderdaad is de oorlog in de oogen van den denker en staatsman? Een zedelijke brand, door de menschelijke hartstogten veroorzaakteven als de bliksem een natuurlijke brand is, door de electriciteit van de lucht voortgebragt. Deze zuivert den dampkring, maakt hem gezond, en doet de kwijnende planten herlevengene versterkt de zielen geeft aan het maatschappelijk Iigcliaamop het punt van in doodslaap te vallen of tot ontbinding over te gaan, eene nieuwe en heilzame werkzaamheid. De eene is even noodzakelijk voor de natuurlijkeals de andere voor de zedelijke orde, en beide werken medehet zij te zamen of afzonderlijk tot de doel einden der natuur. Ze te willen vernietigen is derhalve willen dal de wereld verga zonder hoop op vernieuwingof dat zij eeuwig in denzelfden toestand blijve; met andere woorden, het is het onmogelijke willen. Er is inderdaad eene volstrekt heerschcnde onvermijdelijke wetwaaraan alle wezens gehoor zamen, en welke aldus kan omschreven worden: strijden is levenleven is strijden. Deze wet is zoodanig in de ziel van den menseh gegrift, dat eene volstrekte rust misschien datgene iswat hij hel meest vreestook heeft hij ten eenen- male een afkeer van dal plantenlevenwaartoe kortzigtige denkers hem doemen willen om ik weet niet welke Harmonie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 160