75 worden toegekenddeugdenwelke den niensch niet in geschapen zijn, en alleen door eene diepgewortelde zucht naar meerdere volkomenheid, door eene aanhoudende zelfbe- waking, door een onophoudelijk streven naar pligtsvervulling cn degelijkheid verworven-worden, die deugden verdienen ten volle de ernstige overweging van hendie zich op de studie der krijgswetenschappen toeleggen, om eenmaal als aanvoerders van soldalen te mogen optreden, maar die hij de veelomvattendheid hunner studie niet vergelen mogen, dal zij als Officier de standaarddragers van al die zedelijke elementen zijn moeten; 'dat zij ze door hun voorbeeld op den troep moeten overplanten, en dal ze, niettegenstaande de uitgestrekt heid welligl hunner kennis, de geschiktheid lot die schoone roeping geheel en al missen zullenindien ze hun karakter niet van jongs af daartoe huigen en vormen. Het voorbeeld wekt op tot navolging! Deze regel schrijft allen krijgslieden eene zware pligt voor, die het zij door hunne galons, of wel door hunne épaulettengestempeld zijn als voorgangers op de haan der eer, en die zich zoo wel aan verregaand pligtverzuim schuldig makenwanneer ze in vredestijd de beoefening en aankweeking van militaire deugden verzakenals wanneer ze in oorlogstijd lafhartig den hun toevertrouwden post verlaten. Wanneer wij als vijftienjarig jongeling de eer waardig gekeurd wordenons met het dienstkleed der regeering te tooijen wanneer we aldus in de gelegenheid gesteld worden in luttel jaren tijds eene eervolle en gewigtige betrekking in de maatschappij te bekleeden, is onze levenswijsheid, onze ondervinding nog te gering om te beseffen hoe groot het vertrouwen is, dat de Staat reeds in ons stelt. Doch gedurende de opleiding is het pligtonze gedachten daarover te laten gaan; de jongeling wordt allengs man, in het vierde studie-jaar gekomen, heeft hij de grens bereikt, wier over schrijding hem als man van eer, als Officier, als voorganger van Onderofficieren cn Soldalen in de gelederen doel plaats nemencn dan moeten reeds zijne echt militaire beginselen diep in de ziel gegrift zijn. Bij 't schrijven dezer laatste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 163