74 regels vloeide mij onwillekeurig bij herhaling een woord uit de penwelks beleekenis wel eens verklaard is geworden als iets wat de krijgsman voortdurend in den mond heeft." Doch bij 't noemen van dat woord eer voelt hij iets in zijn binnenste trillen, dal om zoo te zeggen een deel van zijn bestaan uitmaakt, en deze trilling wekt alle krachten zijner zelfachting en zijner oorspronkelijke geestkracht. Eene on- verwinlijke standvastigheid en fermeteit ondersteunen hem tegen allen en legen hem zeiven, bij de gedachte aan het ongeschonden bewaken van dit zuiver tabernakeldat in zijn binnenste, om zoo te zeggen, een tweede hart is, waarin eene godheid zetelt. Daarvan ontleent hij inwendige troost gronden voor het proza zijner diensten in lijd van vrede en deze troostgronden zijn des te schooner, omdat bij zich van hunne wezentlijke bron en aanleiding vaak geen reken schap geeft; van daar ook die diep gewortelde liefde voor al, wal waar, schoon, edel en groot is; van daar een helder lichtende fakkel op zijne baan; van daar een nooit niiswijzend kompas op zijnen togt door het soms bezwarenvolle leven. Men moet de menschelijke natuur volstrekt niet kennen om te beweeren, dal zij, aan haar zelve overgelaten, tot het goede neigt; er mogen enkele uitgezochte naturen zijn, die geenerlei prikkel en aanvuring lot het goede noodig hebbendeze behooren tot de schaarsche uitzonderingen. Daarom moet hij, die zich aan den Officiersstand wijdt, aan eenen stand waarin de uiterlijke prikkels in vredestijd zoo weinig in getal zijn, in zijn naauwgezet geweten, in zijne liefde voor den gekozen stand in zijne vaslgeworlelde zucht tot pligtsvervullingkortom in zijn eergevoel een nimmer falenden, inwendigen bondgenoot hebben, die hem telkens ondersteunt waar hij wankelen mogt. Waar de aanvoerder zich aldus onderscheidt, volgen de soldalen weldra van zelve, en om een braaf, duchtig, goed leger te hebben, is het een eerste vereischtedat de Officieren braaf, duchtig en goed zijn. We zeggen dit gaarne ten aanhoore van hen, tlie zich tot het verwerven der épaulet voorbereidenwe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 164