78 vertrouwen, dat hunne belangstelling- in hel leger, hunne liefde voor het Vaderland reeds diep genoeg in hun binnenste gezeteld zijn, om bij het aldus beseffen van het groote gewigl hunner bestemming, alles aan te wenden, dat hen daarvoor rijpen kan. Daarom is het ons een ware wellust den bondigen wederlegger der Yredesvrienden na te schrijven, waar hij de deugden der legers in oogenschouw neemt. «Wel verre," zegt hij«dat het leger cene schuilplaats is van laffe en lage wezens, (1) koestert het in zijnen boezem die strenge deugden en die edele zelfverzaking, welke de volken redden in den dag des gevaars, en hen behoeden voor innerlijk bederf gedurende de lange jaren van rust en voorspoed. In zijne aderen stroomt het zuiverste bloed des Vaderlandsenzoo eenmaal moed en belangeloosheideer en trouw van de aarde moesten verdwijnendan zouden zij in zijnen boezem hun laatste loevlugtsoord vinden; want de soldaat begrijpt en heiligt nog, even goed als de priester, de zelfverzaking en de onderwerping. Te midden van eene leugellooze en naar stoffelijke vermaken bcgeerige maatschappij is helleger nog hel brandpunt van orde, van edele armoede, van vurige en bclangelooze vaderlandsliefde, van verborgen ridderlijken heldenmoed de groote familie, waarin eene menigte van edelaardige en wakkere mannenvan nederige geleerden en verheven eerzuchligen zich komen vereenigen tot één en hetzelfde gevoel het eer- en pligtgevoeltot één en het zelfde doel het handhaven der nationale onafhankelijkheid, der orde en der ware vrijheidlol één en hetzelfde belang den luister en de welvaart des lands. Waar vindt men elders die in de oudheid beroemde zelfopoffering voor eene heilige zaak; die verborgen trouw, welke zelfs niet tracht zich te doen kennen door hen, die er het voorwerp van zijn die nederige, stille, sombere, zelfverzakende offers zonder hoop op eenige menschclijke of hcmelsche kroon die stomme (i) Deze en meer andere ceretiteis worden den legers door de weórlegdegemoede lijke Vredestichters gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 165