77 doen. Hij, die sterft met den soldatenrok aan liet lijf, heeft noch vader noch moeder noch gade noch geliefdedie zich om hem zullen dood treuren; hij is van een naamloos geslacht «Maar bedrieg ik mij ook? Als de storm nadert, als de vijand op de grenzen is, als de regeringloosheid overal dreigend het hoofd opsteekt en de vrees aller harten ver meestert als de hoop verdwijnt en het vertrouwen wankelt dan werpt men zich aan de voelen van die mannen van ijzer én staalwelke alleen staande zijn gebleven te midden dei- stormen dan hecht men zich aan hen vast als aan het laatste plechtanker van behoud; dan doet men hun duizend beloften, en overstelpt ze met duizend vleijerijen, dan zijn het groote burgersdappere krijgsliedende eenige steunsels van den troon en het volk 1 Maar als zij met dapperheid en trouw, ten koste van hun bloed, den vijand verjaagd, orde en vredeovervloed en geluk in hel land teruggebragl hebben dan heffen eensklaps die bloodaardswelke zich ge durende den storm verborgen hebben gehouden het hoofd nog bleek van schrik, weder omhoog, en werpen hun de heleedigendc woorden van improductieve huurlingen voor de voeten. «Wel verre van er zich over te beklagen, verwondert de soldaat er zich niet eens over; want het zijn noch het eigen belang noch de hoopom de nationale erkentelijkheid te zijner gunste op te wekken, welke hem de wapenen hebben doen opvattenhet was de liefde tot het vaderland het was de eer. Die twee beginselen vervullen geheel zijne ziel houden al zijne gedachten bezig. Hij weel vooruit, dat hij, door het zwaard aan te gordenzich wijdt aan een leven van ontberingen en bittere teleurstellingen; hij weet het, en hij onderwerpt zich. Wanneer het vaderland hem roept dan herinnert hij zich alleen zijn pligt. Ilij sterft dan voor hendie hem verguizenwant de grootheid zijner roeping laat in zijne ziel geen plaats over voor het gevoel van wraak. «Dit is het, niet waar, wat u zeggen doet, dat de soldaat een anachronisme is, dat hij niet lol deze eeuw behoort? Ja,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 167