78 hij die van de zoetigheden des levens en van de genoegens van den liuisselijken haard verstoken is, of ze verlaat, om zich onbeschroomd te wijden aan eenc loopbaanwaar be langeloosheid zijn ecnige rijkdomde eer zijn cenige gids en de trouw aan zijn land zijne eenige staatkunde zijn zal hijdie de maatschappij verdedigtterwijl hij verstoken is van de meeste genoegenswelke zij verschaft hijdie de vrijheid stut, terwijl hij ze voor zich-zelven verloochent; hij, die het gezin en de bezitting van anderen beschermtterwijl hij zelf arm en ongehuwd isjadie behoort niet lot deze eeuw. Men ziet in hem niets, dan een lastigen bemoeial en behandelt hem als zoodanig. Hoe zou men hem integen deel bewonderenen hoe welkom zou hij zijnwanneer hij meer begeerig naar geld dan naar roem, boven de eer, boven alles die schandelijke baatzucht, plaatste welke de nieuwere philosophen tot een stelsel verheven hebbenwanneer hijin de algemecne zwakheden deelende, zich bedrukt over zijne ellende beschaamd over zijne deugd en begeerig toonde om zijn edelen uniform tegen de liverei van een beurs-speculant te ruilen Maar neen De soldaat heeft zijne vooroordeelen hij gelooftdat hel schooner en nuttiger is zich voor anderen op te offerendan te leven voor zich-zelvenhet vaderland te dienen dan zijne eigene belangen te behartigen en dit vergeeft men hem niet. Toch houdt hij zich met de verhevenste zelfverloochening aan deze vooroordeelen vast moet hij marcheren, hij marcheert; moet hij betalen, hij betaalt; moet hij strijden, hij strijdt; moet hij sterven, hij sterft! Ilij is de edelste de meest belangelooze de nuttigste en de meest belasterde van alle burgers! Eere zij hem!" Wat dunkt u van deze schilderij Gij die nog eerst kort geleden den Kadelten-rok aanlrokt, en geen gelegenheid hadt het soldalen-type te besludeeren gloeit u de borst niet vuriger, klopt u het harte niet sneller bij de gedachteeene plaats waardig gekeurd te zijn in dat eerwaardig gild Gij die het Kadetten-mouwvest moede, der Officiers-jas nabij en dus

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 168