82
men lien hoorde pratenwas het als of ze de kelens der
grievendstc en vernederendste slavernij droegenals of de
■gekozen loopbaan met louter doornen bezaaid was; als of de
militaire dienst uit cene aaneenschakeling van bespottelijke,
nutleloozckleingeestige plagerijen bestonddie niets dan
w alging verwekken kunnen in iemand wiens hart op de ware
plaats zit en die aanspraak kan maken op ware beschaving
en zielenadel. We hebben ons bij den aanhef van dit ons
opstel opzettelijk trachten te verplaatsen in den toestand van
een Officier, die den krijgsstand was komen te haten, wiens
liefde voor ons bezwaarvol beroep den proef niet kon door
staan; we hebben ons daartoe schijnbaar aan den invloed
overgegeven van hel bespottelijk schimpen der Yredesvriendcn.
liet was volstrekt ons voornemen niet, als bestrijders dier
Yredesvriendcn op te tredenwier aantal gelukkig onder
ons Nederlanders gering isomdat de Nederlander te veel
praklisclien zin te veel gezond verstand heeftom zich door
holle klanken, door drogredenen in cene maalstroom van
dwaze bespiegelingen en onredelijke meeningen te laten mee
slepen. Indien we dus zóó handeldenwas bet enkel en
alleenomdat we ons wilden voorstellenhoe de Officier te
moede moet zijn die door deze of andere oorzaken een hekel
aan zijnen stand heeft opgevat. Ofschoon we ons daarbij
slechts in onze verbeelding in dien toestand verplaatsten
ondervonden wc reeds genoeghoe zoo'n Officier te moede
moet zijn. Diep beklagen wij hem, want we gelooven in
gemoedcdat geen loopbaan ongelukkiger maakt dan de
militaire, wanneer men niet met hart en ziel soldaat is,
wanneer men zijne dicnslpligten slechts vervult om buiten be
risping, misschien buiten straf te blijven, maar dit alles met
■weerzin en walging doet. Fortuin valt er op die loophaan niet
te makende meesten leven in bekrompen omstandigheden
en wanneer ze, onbemiddeld, van de Officiers-bezoldiging
moeten rondkomen is er een aanhoudend overleg eene
nimmerfalcnde zclfbewaking noodig, om zelfs maar buiten
schulden te blijven. Iloem, eer, onderscheiding, die schil-
