109 beeft na dien lijd cenc uitbreiding- genomen, die de wereld verbaasd beeft; zij heeft in de verste deelen der aarde onzen naam doen eeren en ontzien zij kan bogen op menigvuldige triomfen; zij is eeuwen lang de steun en grootheid van het Vaderland geweest; zij heeft helden voortgebracht, die in de tempel van den roem eene schitterende plaats hebben ver worven; maar men vergete niet, dat, hoe groet haar latere luister ook is geweest, de grondslagen dier zeemacht rtoch gelegd werden in de eerste jaren van den vrijheids oorlog; en dat, hoe zwak en gebrekkig de vaartuigen ook waren door Boisot de Moor en Dirkszoon aangevoerdde schepelingen dier vlootvoogden even dapper, even uitstekend zijn geweest, als later de overwinnaars van Duins of van Chattam. De kundige geschiedschrijver van Neêrland's Zeewezen heeft die eerste scheepsstrijden van den tachtigjarigen oorlog ver geleken met wat, in deze eeuw, de Grieken bij hunnen opstand tegen Turkije, ter zee hebben verricht; de vloot voogden der Zeeuwen en Noordhollanderszegt hijwaren in dien lijdwat Canaris en Miaulis in onze dagen op den Griekschen Archipel zijn geweest. Die vergelijking komt ons voor, doet niet genoeg recht aan de groote daden van ons voorgeslacht; want dat voorgeslacht had een anderen vijand te hekampen, dan een uitgeput en ontzenuwd rijk, zoo als het Turkije der negentiende eeuw het had te kampen legen het Spanje der zestiende eeuwdat wil zeggentegen de machtigste en geduchtsle monarchie der aarde. De Spaansche naam isdoor den tachtig-jarigen oorlog en door de wreede onderdrukking, welke dien oorlog voorafging, bij ons een voorwerp van haat en van verfoeijing geworden; die naam brengt ons dwingelandij en gruwelen in het ge heugen, zoo vreesselijk als ooit volk ze leed; hij brengt ons voor den geest, niet alleen de wreedheden op het slagveld en in de hitte van den strijd gepleegd maar ook het ver moorden van weerlooze bevolkingen, maar ook de duizenden en tienduizenden die op schavotten en brandstapelsen onder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 199