115 Xcderlandsche vlag', en dat verheven maar ontzettend besluit van den bevelhebber, om liever met vriend en vijand de eeuwigheid in te gaan dan dien hoon ongestraft te laten. Te naauwernood was het verhaal geëindigd, of eenparig klonk het uil aller monden: «dat is een cordaat stuk, dat is eene Hollandsche daad!" eenvoudige, kunslelooze woorden, maar die, wie ze hoorde, deden trillen van aandoening; omdat zij getuigdenhoe diep die menschen het verhevene dier daad gevoelden, en hoe elk hunner, in den toestand van van Speur geplaatst, even als die held de eer der vlag ge handhaafd zou hebben. Zoo kan men ieder oogenhlik blijken en bewijzen vinden dat dapperheid en opoffering voor het Vaderland door het Xcderlandsche volk wel degelijk worden gewaardeerd en op prijs gesteld; en hij, die in den strijd legen de vijanden van dat Vaderland gevaar en dood te gemoet gaat, kan zeker zijn, dat de achting en eerbied zijner landgenootcn zijn deel zullen worden. De heldendeugd weegt bij ons geboorte en hoogen rang opde Ruïter staat bij ons even hoog als de Prinsen van Oranje; en in de Delfisclle kerk vindt men, naast het marmeren grafgesteente voor onze Vorsten opgericht, ook de graftomben dier koene zeeheldendie op den Oceaan den Xederlandschen naam met roem en luister hebben omgeven. \V. .1. Knoop. Breda, 12 October 1851. 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 203