so
Komen de jongens me( klagten t'huis ze worden steeds in
t gelijk gestelden ten hunnen aanhoore wordt de school ge
hekeld. Beklaagt zich de meester over den knaap, dan is
het trouw: «ik kan het niet begrijpen, de jongen is t'huis
altijd zoo vlijtig, gehoorzaam, onderworpen!-' Sommigen
gaan zóó verdat ze de opleiding voor het Akademisch onder
wijs schier gelijk stellen met het maken van een nieuw paar
laarzen, dat op den bepaalden tijd moet worden afgeleverd.
Baas zijn me laarzen klaar Neen meneernog niet."
Maar je hadt toch beloofdze vóór Zondag te zullen ma
ken-" «Och meneer, maar er is met de aanstaandePaschen
zoo veel werk aan den winkel." «Het kan mij niet schelen
haas, ik moet ze hebben." Omtrent een paar laarzen kan
men misschien op die wijs redeneerende schoenmaker kan
er zich naar inrigten om te zorgendat zij op den bepaalden
tijd klaar zijn. Met de opleiding van eenen jongeling is dit
moeijelijkerde te bewerken grondstof is daarbij wel eens
onwillig, of^scheurt soms uit bij hel aanhalen van den pik
draad kortom de onderwijzer is daarbij ook afhankelijk van
de vlug- of bekrompenheid des aspirantenvan zijn goeden
of kwaden wil, van zijn ijver of luiheid. Niettemin heet
het dikwijls: «Mijnheer, mijn zoon moet dit jaar naar hel
aspiranten-examen." «Ik zou hel u afraden, laat hem mij
liever nog een jaar houdende jongen kan bezwaarlijk vol
doen." «Bezwaarlijk voldoen! Maar wat hebt gij hem dan
dit jaar geleerd? Verleden jaar was hij al bijna klaar! Het
kan mij niet schelen hij moei gaan dan went hij al vast aan
hel examen-vuurde reiskosten heb ik er gaarne voor over."
Of het nu zoo heel raadzaam isde aspiranten aan het
druipen Ie gewennen, dit gelooven we niet; wc zouden dit
onder de slechte gewoonten kunnen rangschikken; bovendien
hebben we tegen deze redeneering nog ecne gewigtige be
denking.
De jongeling, bij wien de gronden niet goed en vast gelegd
zijn, die zoo maar eventjes aan zijn examen voldoet, en ten
gevolge van de geringheid der concurrentie misschien ge-