SI plaatst wordt, heeft zeer veel kans, dat hij al dadelijk in zijn eerste studie-jaar achterblijftdat li ij liet onderwijs met weinig vrucht volgt en zitten lilijft. «Goed," zegt l'apa, «dan is hij nog even verals wanneer hij eerst een jaar later ge plaatst was geworden." Dit schijnt zoo maar inderdaad is het niet zoo. Vooreerst zou op de voorbereidings-sehool dat jaar geheel besleed zijn aan hel leggen der gronden waarin hij zwak was. Op de Akakemie kan men op die fundamenten niet terugkomen, men moet er een aanvang maken met het houwen van 'thuis, en 'tgeen er aan den grondslag ontbrakblijft er aan ontbrekenhet heeft een allernadeeligsten invloed op den verderen houw. Blijkt nu aan het eind des eersten studie-jaars hel gebrekkige van 't gebouw, dan wordt dit in een volgend jaar op nieuw opgetrokken; doch bij het leggen der eerste sleenen ont waart men reedsdat het fundament er niet beter op ge worden isen 't gebeurt wel eensdat men aan het dak gekomen nog voortdurend voor eene instorting vreezen moet. Dal gebrek wordt nimmer meer verholpen en dal gebrek is bij de wetenschappelijke opleiding oven belangrijk als bij den huizenbouw. Ten anderen kan het overblijven in 'l eerste studie-jaar een nadeeligen zedelijken invloed hebben. Het is ontmoedigend voor hem wien het treft, vooral wanneer hij zijn best gedaan heeft, maar niettemin om zijne gebrekkige ontwikkeling, 0111 de slecht gelegde gronden achter moest blijven. We beseffen ten volle dat het voor menig vader eene teleurstelling is, wanneer zijn zoon een jaar langer dan hij gerekend had op de kostschool moet blijvendoch evenwel achten wij hel in zijn eigen belang raadzaam dat hij zich dit liever getroostedan zich roekeloos bloot te stellen aan de hier genoemde bijna zekere gevolgen ecner te vroege toelating op de Akademie. Bij het geven van dezen raad stellen wij echter op den voorgronddat de school goed ge kozen moet zijndat de onderwijzer op de hoogte zijner ge- wigtige taak moet wezen dat hij er zich niet op toeleggen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 77