2 spichtige maagd van tusschen de veertig en zestig jaren mei hevigheid aan de bel trok, en onder de woorden «Mevrouw is zeker wel t'huis, meisje," onaangediend binnen ging. Zij had van hare dienstmaagd, de vriendin van eene bakers- dochter die eene eerlijke verkeering had met den vertrouwde van den zoon des brievenbestellers, vernomen, dat er Lij Mijnheer Langeveld wat aan het hondje moest zijn, want dat die een grooten brief met een groot lak en met het postmerk 's Gravenhage" ontvangen had en zonder zich den lijd te gunnen de lamp af te wrijvenwelke zij juist bezig was Ie poetsen voor het dameskransje, dal dezen avond bij haar vereenigen zou, was ze in grooten haast naar Mevrouw Lange veld toegesneld. Was het uit hartelijke belangstelling, welke zoo menige vrouw tot sieraad strekt of uit nieuwsgierigheid waarvan de eerste zoo vaak de dekmantel is, dat zij op dit ongewoon uur hare huisselijke bezigheden verliet? Wij voor ons gelooven dat zij er vooral op uil was stof te verzamelen voor 'tgeen er 's avonds op den krans verhandeld zou worden en daar het juist een slechte tijd wasdaar er juist in lang geen engagement geklonken of afgeraakt, geen inboedel uit verkocht geen kind uit hel raam gevallen en geen enkel huisje afgebrand wasdaar er in lang geen diefstallen gepleegd, geen betalingen geschorstgeen meiden weggejaagd en geer. echtscheidingen uitgesproken waren.moest het wel een ver lokkend denkbeeld wezen 's avonds tusschen een kopje thee en een koekjeop een oogenhlik van pleg'igc stilte, meteen gelieimzinnigen toon te kunnen vragen heb je 'lal gehoord van de LangeveldsDal zij althans niet enkel uit terug stelling derwaarts toog, blijkt ons genoeg uit haar binnentreden; want ofschoon er weinig gelaatskennis noodig was om te merken, dat die groote brief geen groote vreugde over het gezin had uitgestort zeide zij toch op quasie deelnemenden en vrolijken toon: «hoe is het, mag ik feliciteeren Papa Langeveld was op hel punt van uit te barstenen zijn hart lucht te geven over verregaande indiscretie, bemoeizucht, indringerigheid enz. maar gelukkig werd hij daarin voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1852 | | pagina 92