7
en meest aantrekkende kleuren, den laatsten met de zwartste
en meest afslootende schaduwen geschilderd hebbentoch
zou Jan de uniform verkozen hebben en zonder er zich zeiven
rekenschap van te gevenzou hij gaarne al zijn volgend
levensgenot hebben opgeofferdom ééns met zulke Dragonders
den kamp voor Vorst en Vaderland te mogen ondernemen.
Verrukkelijke tooyerwerking van krijgshaftig aanzien en rid
derlijke praal, niemand onzer vergeet u ooit. Op meer gevor
derden leeftijd mogen wij in onze verwachtingen van grootheid
en in onzen dorst naar roem te leur gesteldsoms treurig om
ons henen zienen met weemoed ontwaren dat vele onzer
tijdgenoolen en vroegere schoolmakkersin burgerlijke be
trekkingen geplaatst, ons verre vooruit snellen en een veel
aangenamer maatschappelijke positie verwerven; toch ont
gloeit onze borst op nieuw, toch herleeft onze krijgerslust
onze liefde voor den doornenstand zoodra wij een heldenfeit
van een onzer krijgsmakkers opgeleekend vindenof zich
voor onzen steeds hopenden geest de mogelijkheid vertoont
om ook eens in alle maniiengrootheid op te tredengevaren te
ti'olseerenschier onomslootelijke hinderpalen te overwinnen
en ons zeiven voor anderen op te offeren.
In deze verhoogde stemming kwam Jan weer binnen, en
zong met levendige blijde loonen en van geestdrift getuigende
gebaren den krijgsmarschwelke zoo even zijne droefheid had
uitgewischttoen de treurige uitdrukking op de gelaatstrekken
zijner ouders hem eensklaps het voorafgegane herinnerde. Juist
was zijn lot een keerpunt nabij, want Mamawier wensch
0111 hem voor het preékgestoelte op te leiden door de mis
lukking van zijn Kadetten-examen herleefde, wendde al haar
welsprekende liefde aanom haren echtvriend tot deze ver
anderde lotsbestemming over te halen. Naauw had Jan dit
echter gehoordof onder den verschen invloed zijner geest
drift riep hij uit: «Neen moes, dat nooit; laat mij loeren,
ik wil Kadet worden, ik zal toekomend jaar voldoen, ik moet
Officier zijn."' Schoorvoetend wankelde Mama in de verdedi
ging harer meeningPapa Langeveld viel Jan bij, en ofschoon