22 de zoo bloedige zege te verwerven of hij doet zich ook kennen door de kalmte van zijnen geest te midden van de opgewondenheid der zegepraaleene hoedanigheid aan zoo weinigen eigenen toch zoo onontbeerlijk in het veld. De zoo gelukkig uitgevoerde beweging namelijk had ten ge volge, dat de beide vleugels van het omtrekkend korps allengs weder elkander naderdenen nu de duisternis inmiddels nagenoeg geheel gevallen wasliep men gevaar het vrees- selijksl bloedbad onder eigen troepen aan te richtenin slede van den vijand te vernietigen. J. W. Friso zag dit in, en weerhield dan ook met de uiterste inspanning zijne troepen op den linker-gelijk Prins Eugexius op den rechter-vleugel daar hij met reden liever den toch ontmoedigden vijand wilde laten ontsnappendan dat hij zoo noodlottig misverstand niet met klem zou voorkomen. Mogelijk wel ook dien ten gevolge hleef het vijandelijk leger voor eene gansche nederlaag be hoed daar Vekdume ten minsten wist te redden wat de Hertog- van Bourgondië niet bereids aan zijne bekrompen jaloersch- heid had opgeofferdmaar de slag van Oudenaarde besloot toch even luisterrijk de zoo glansrijke loophaan van Mauuits waardigen afstammeling, van den beleidvollcn Nassau-Ouweh- kerk, Veldmaarschalk der Vcreenigde Nederlanden, als dat hij die van den jeugdigen Oranje-Vorst opende. Had hij thans zijne wakkerheid in 'tvrije veld getoond; vóór Piijssel mogt J. W. Fn. nog in 't zelfde jaar doen blijken, dat de vurigheid van zijnen geest zich ook genoegzaam tem peren liet tol hel leiden van den vaak zoo langwijligen en immer zoo afmattendeneven gevaarvollen als moeijelijken belegerings-arbeid. Eene taak, waarvoor zelfs Prins Eegenius van Savoije niet berekend bleek; want wie toch leerde van het beleg van Rijssel niet gewagenals van een beleg, dat men lot voorbeeld nemen mag om te doen zienhoe men niet belegeren moet. Eenstemmig echter werpen alle schrij vers de schuld in de eerste plaats op den Opperbevelhebber Prins Eugenius zeivenen voorts ook op de door hem bij voorkeur gebezigde Ingenieurs maar geenszins op hemdie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 100