26 welke hij de eer heeft aan te voeren, vooral Nederlandsche zijnen dat deze hier even min als elders zullen aarzelen Iinn bloed veil te hebben, al valt hun de roem der over winning niet te beurt; ja, dat, wankelt hij slechts niet in teens genomen besluit, zij hem zullen volgen le midden van het heetst gevaar, te midden van een onvermijdelijken dood: want zoo iemand, J. W. Fr. heeft zich aller harten verknocht; W. Fr. is de zielde slag-ader der Nederlandsche troepen die slechts één verlangen kennen, dat van met hun geliefden aanvoerder te overwinnen of le sterven. Alleen bij zoodanige stemming in bevelhebber en volgers behoort hetgeen hier verricht werd lot het gebied der mogelijkhedenin elk ander geval ware, hij eene zoo geduchte slachting, zoo groote on verschrokkenheid, zoo groote volharding niet denkbaar. «Als met koorden," schrijft de Iloogleeraar Bosscha.«sleurde hij de zijnen ten aanval," en 'tscheen als klom de geestdrift met elke kogelvlaag uit de vijandelijke werken nog hooger, daar zelfs de gekwetsten zich aan de handen der heelmeesters ont trokken om toch onder 'toog huns bevelhebbers te sneven! En was 't wonderals men ziet hoe de Prins zelf, na twee paarden onder zich te zien doodgeschotenen na door de overmacht uit de naauwclijks overweldigde verschansingen te zijn teruggedrongennu hij door het moorddadigst vuur alles om zich heen ziet vallen en deinzen, een vendrig het vaandel uit de hand rukt, en onder den luiden uitroep: «Volgt mij, vrienden, volgt mij; hier is uw post!" in persoon er mede tegen de vijandelijke borstweeringen opstuift? Nog eens is hij met de zijnen te midden der werken, maar ook nu weder moet hij voor de geduchte overmacht afdeinzendaar de Ilollandsche Garde reeds van 1200 man tot de helft is in gesmolten; doch ook hij dien tijdelijken terugtocht verzaken de zijnen geenszins hunne zoo vaak te roemen vastberadenheid in de ure des gevaarszij blijven aanéén gesloten, en de afdeeling Navarre, noch de hereden grenadiers van Boufi.ers vermogen de zoo deerlijk geteisterde gelederen der Neder landers aan hel wankelen le brengenNiet vruchteloos

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 104