27
trouwens is 's Prinsen zoo stoutmoedige aanval geweest
Hot;f[.ruts toch zal zich wel wachtende verschansingen van
een enkelen strijder te ontbloolenenhij 't minste voordeel
door Eugenius op den rechter vleugel te behalen, is J. W. Fit.
op nieuw gereed de vijandelijke werken met zijne op adem
gekomen troepen binnen te dringen! Wij weten hel, noch
der Fransehen dapperheid, noch het beleid van Yillars ver-
mogten de wapenen der Bondgenooten te keeren; en ook
J. W. Fhiso mogt met de zijnen het genoegen smaken, nog
vóór de gansche beslissing van den geduchlen kampstrijd den
Nedcrlandschen standerd in de zoo fel betwiste verschansingen
te planten. Maar wij welen hel ook: den vreemdelingen viel,
gelijk elders, ook hier de roem der zegepraal te beurt; ter
wijl het hier, als elders, den Nederlandschen bevelhebbers
bij voorkeur bleef opgedragende bezwarenvolste taak met
een meestal veel te gering aantal troepen ten koste van slroomen
bloeds te volbrengen. Geen hunner faalde ooit; maar stellig
niemand volbracht die taak schitterender dan de jeugdige Prins
van Oranje, de herrezen Bayard, die ridder zonder vrees en
zonder blaam
Ja, zonder vrees en zonder blaam Want zijdie op hunne
raadsheerlijke kussens met bezorgde blikken de heldcnloopbaan
des jeugdigen Friso's volgden, en meer en meer beducht wer
den in hem een anderen Willem III te aanschouwen, omdat
zij zich alsdan ook in hem den breideler van hunne aristokra-
tische willekeur konden voorspellenhebben wel onbeschaamd
den edelen Vorst durven bezwadderenals kwame de bloedige
slachting zijner Iandgenooten en medestrijders te zijner ver
antwoording; maar te hunner logenstraffing volsta hier het zoo
ondubbelzinnig oordeel van eenen Britsehen Geschiedvorscher
den levensbeschrijver of liever lofredenaar van Marlborough
en diens beslissing zullen zij toch wel niet als partijdig ter
gunste van het slaclit-offer hunner eigene vrees en partijzucht
willen wraken 1
Het ongehoord verlieszegt Alison dal de Nedcr-
Iandsche troepen in dezen Moedigen slag ledenheeft aan-