28 leiding gegeven tot de hoogst onrechtvaardige beschuldiging tegen den Prins van Oranjedie ze aanvoerddeals had hij zonder bevelen aangevallen, en onhandig genoeg een schijn- aanval in een werkelijken veranderd. Dit is niet op waarheid gegrond. De Prins van Oranje had, even als de overige Generaals der linie, het bepaald bevel, de verschansingen in front zijner stelling aan te grijpen. Hij deed zulks met held haftige dapperheid, en ware deze met gunstigen uitslag be kroond geworden, zoo zou zijne koenheid als die van den bekwaamsten en wakkersten aanvoerder hemelhoog geprezen zijn. De uitslag is niet altijd de toetssteen van de wijsheid der voorafgaande maatregelenwanneer door de werking van toe- vallige omstandigheden de natuurlijke afloop is belet geworden dan bestaat de eerste plicht der geschiedenis daarin, dat zij de betamelijke maat der billijkheid toepasse. Het bloedbad der Nederlandsche troepen is geen smet op het gedrag des Prinsen van Oranje; wat er alleen door bewezen wordt, is de wijsheid des Hertogen van Marlborough, die zoo ernstig ried tot cenen aanval op den 9(lc", eer der Franschen Maar schalk de openingen lusschen de bossehen bereiktof zijne stelling door verschansingen gedekt had." Te dezer plaatse van een Britseh geschiedvorscher zoodanige getuigenis te kunnen aanhalenwas mij dubbel aangenaam bij 't besef, dat het bij ons wel eens mode is, met voorbijgang van eigen smaadredenente wijzen op die van Engelschc dag bladschrijvers en pamphletistenals op het door elk oprecht Nederlander te wraken oordeel van de bloem der Engelschc geschiedschrijversde tolken hunner gansche natie. Deze handelwijze toch is hoogst onbillijk, want slaat men de werken open van hen, die waarlijk ook in het Vereenigd Koningrijk van Groot-Britanje en Ierland als echte geschiedvorsehers gelden, menige bladzijde zal het bewijs opleveren, dat ook zij The Life of the Duke of Marlborough floor A. Alison; Ch. VII. In de voor mij liggende Hoogduitscho vertaling, bezorgd door den Hoogl. DUlau in de HMorisclie Uambibliolhek (Leipzig, C. B. Lorcli, 18S2), Biz. 278G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 106