wordenen niet mocijelijk zou bet zijn aan te toonen hoe
menigmaal de Marine-officier, meer dan ieder ander, in eenen
toestand kan geplaatst worden waar de bevordering der be
langen van koophandelscheepvaart en kolonisatie afhangt,
van de meerdere of mindere juistheid der door hem te nemen
maatregelen. Wij willen, om ons tot eenc gebeurtenis van
onzen tijd te bepalenmaar met een enkel woord herinneren
aan het voorbeeld van den Franschen scheepsbevelhebber, die
met een Eskader in de zeeën van China was, bij het uitbreken
van den oorlog tusschen genoemd rijk en Engeland, en,
geheel zonder instruction op dit punt zijndemoest handelen
en ook gehandeld heeftzoo als het regt der natiënhet
voordeel voor Frankrijk, de eer zijner vlag vorderden. .Zou
men wanendat het voor den Zee-officier van eene handel
drijvende natie als de onze, die hare verschillende koloniën
in drie werelddeelen uitbreidt, overbodig zijn zal de geschie
denis te kennen van het ontstaan dier volkplantingenvan
hare ontwikkeling, van de verschillende betrekkingen, waarin
daardoor in den loop van meer dan twee eeuwen het Moeder
land tot zoo vele andere stalen gekomen is? En wie is er,
daarenbovendie het nut ontkennen zal van de bestudeering
der beroemde zee-oorlogen onzer voorvaderen, al was het
alleen om den jeugdigen Zeeman het hart te verwarmen en
te ontgloeijen, als hij dat schitterend tafereel ontrold ziet, waar
zich de reuzengestalten onzer Trompen, onzer de Ruyters,
onzer Evertsen, uil den nacht der vorige eeuwen voor hem
ontwikkelen met eenen luister, die de heldennamen der oud
heid doet verkloeken.
De toekomstige Marine-officier behoeft niet tol Physicus of
Mechanicus opgeleid te worden maar zal van hem als hij
zich door studie de gronden der natuurkunde eigen maakte,
niet veel meer partij te trekken zijn, als het er op aan komt
de ontzettende kracht van het stoomwerktuig te teugelen en
te regelendal bij hel minste verzuim der onkunde zich
wreekt door de donderende uitbarsting, die honderde mensehen-
levens in eenen oogwenk vernielt