Den 16'lc" Maart 1676 liep het Eskader uit Texel in zee;
het bestond uit zeven oorlogschepen, namelijk:
hel Huis le Cruiningenvan 56 stukken, gevoerd door den
Kapitein Roemer Vlacq;
de Beschermingvan 50 stukken, waarop de Commandeur
Binckes zelf het bevel voerde;
de Agatha, van 50 stukken, Kapitein Jan Bont;
de Provincie van Zeeland, van 44 stukken, Kapitein Pieter
Constant
de Middelburg h56 stukken, Kapitein Jan Swart
hel Wapen van Legden, 34 stukken, Kapitein Galtie Galties;
de Popjesbvrgh, 24 stukken, Kapitein Pieter Stolwijck;
en drie advies-jagtenieder met 12 a 14 stukken gewapend.
Voor 'toverige werden, behalve een zeker aantal Mariniers,
ook acht vendels Landtroepen680 man sterkingescheept
waarover de oudste Kapitein, Jonker Pieter de Monhgnv de
Glarges, als Kolonel, en de Kapiteins van der Graaf en van
Dongen, als Luitenant-Kolonel en Majoor, werden aangesteld.
De eerste ontwerper van den togt, IIendrick Carloff, die den
post van Gouverneur van Tabago zou bekleeden werd dooi
den Prins Stadhouder als Commissaris en tweede persoon in
den krijgs-raad benoemd.
Na eene voorspoedige reis van negen en veertig dagen
kwam Binckes voor het eiland Cajennc aan waarvan de ver
meestering liet eerste doel van den togt wasdaar men de
hoop hadzich van daar gemakkelijk op de vaste kust te
kunnen uitbreiden en aldus met liet nabijgelegen Suriname
eene aaneengeschakelde Nederlandsche kolonie in deze ge
westen te vormen.
Daar de onmiddellijk gedane opeisching door den Franschen
Bevelhebber, den ridder de Léry, weigerend beantwoord
werd, bragl Binckes, die zelf in eene sloep gezeten eene
goede landings-plants had opgespoord, zijne troepen gelukkig
aan walonder begunstiging zijner drie advies-jagtendie zoo
digt mogelijk het strand naderden, terwijl vier zijner oorlog
schepen last kregen tegen het fort op te zeilenom het van