46 de land- als van de zeezijde, moest worden gezorgd. Na rijp overleg koos hij de oevers van de Roode-Klip Baai aan de zuidzijde van hel eiland, waar aan al deze vereischten voldaan werd. Deze baai toch is van drie zijden door een vruchtbaren grond en een rotsig strand omringden heeft oenen naauwen ingang door de vele droogtendie zich daar bevindenter wijl aan de oostzijde een uitgestrekt rif en verscheiden klippen den toegang geheel verhinderen waardoor tot het binnenloopen der haai slechts eene zeer beperkte ruimte overblijftzoo zelfs dal het uitkomen volstrekt niet met zeilenmaar enkel door werpen of uitwinden O kan geschieden. Deze gunstige gesteld heid voor de verdediging werd door Binckes nog verhoogd door het aanleggen van eene slerreschansdie van achteren door on toegankelijke bergen en bosschenen van twee kanten door moerassen gedekt was, en zoodanig de baai bestreek, dat er geen schip kon binnenloopenzonder aan haar vuur te zijn blootgesteld daarenboven liet hij nog een ravelijn vóór de schans op het strand maken, dal hij met 9, 12 en 24-ponders beplantte. Terwijl aldus de kleine volkplanting onder de leiding van den wakkeren Commandeur zich ontwikkelde, kwam een oor logschip, de Star, van 50 stukken, Kapitein P. Coreman dat uitgezonden was door de Admiraliteit van Amsterdam en eene versterking van 90 Soldaten aanbragtna eenige weken gevolgd door twee schepen met levensmiddelenmaar te gc- lijker tijd verscheen ook een victualie-schip dat voor Cajenne bestemd was geweesthetwelk de onverwachte en onwelkome tijding aanbragt, dat het Cajenne niet had durven aandoen, omdat men meende de Fransche vlag van die sterkte weder te hebben zien waaijen. Onmiddellijk zond Bixckes een schip uit, om narigten in te winnen, dat weldra terugkeerde met de bevestiging van hel bovenstaandeen het berigtdat een Fransch Eskader bij de Antilles gezien was. Werpen beteckcnt de schepen van plaats doen veranderen, of, gelijk hier, uit brengen of uitwinden door middel van het nüicerpcn van een of meer zware touwen aan een anker of ander vast ligchaam gehechtwaaraan de matrozen met alle kracht trekken om hel schip dus vooruit te doen gaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 124