52
deur Jan Erasmus zoo wél ontvangendat zij met bebloede
koppen afdeinsden.
Op den o'10,1 Maart intusschen kreeg alles een geheel ander
aanziendaar de vijand op dien dag een allerhevigsten
wanhopigen aanval deedwaaruit zich een gevecht ontwik
kelde dat bezwaarlijk in de geschiedenis der zee-oorlogen
zijne wedergade heeft. Iïet schijnt dat het denkbeelddat
zijne geweldige magt nu reeds tien dagen vruchteloos bezig
waseen in vergelijking luttel aantal vijanden te overwel
digen voor den trotschen d'Estrées onverdragelijk geworden
was, en, alle mogelijke voorzigtigheid uit het oog verlie
zende, besloot hij, alles op eenmaal op het spel te zetten.
In den morgen van bovengemelden dag geraakte het Fran-
sche Eskader in beweging, en kwam met volle zeilen de
baai inloopen. De Landmagt had hevel ontvangen een uur
nadat het gevecht tusschen de schepen begonnen was, dc
Nederlandsche sterkte aan te tasten doch begon dien aanval
te vroeg, «ons," gelijk Binckes later schreef, «zeer furieus
met stormgereedschap en menigte van granaten bevechtende,
loopende en drijvende tot aan een van de punten der schans
zonder op eenige andere plaatsen te altaqueerenen trachtende
aldaar te ondergraven en het punt te doen springen. Maar
telkens raakte zoo veel van hun volk onder den voet, dat
de vijanden na drie furieuse aanvallen in verwarring reti
reerden, achterlatende al hun stormgereedschap en 170 of
180 doodendie binnen musketschot van het fort lagen en
aldaar door ons volk begraven zijn, benevens eenige gekwet
sten, die niet in staat waren te loopen en door ons in
de schans werden gehaald."
De voornaamste bedoeling des vijands was alzoo mislukt
behalve de dooden waren ruim 200 van zijne manschappen
buiten gevecht gesteld en 58 van de 4-0 vijandelijke Officieren
waren gekwetst. Dc onzen verloren één Officier, veertien
dooden en zeven gekwetsten.
Middelerwijl was het gevecht tusschen de scheepsmaglen
aangevangenen dit werd van heide zijden met de grootste