55 lievigheid voortgezet. Bij het binneiüoopen der baai verdeelde de vijandelijke magt zich in twee Smaldeelenwaarvan het eene door den Graaf d'Estrées in persoonen het andere door den Schout-hij-nacht Gabaret aangevoerd werd, zettende dit laatste koers op den linker, en het eerste op den regter vleugel en den middeltogt der Nederlanders. Reeds met hel inzeilen werd de cenige brander, die hij den vijand was, en welke Gabaret legen een der Nederlandsclie schepen had willen aanvoerenzoodanig door de onzen getroffen dat hij, niet langer kunnende bestuurd worden, tegen de klippen dreef en oogenblikkelijk in den grond stiel. De overige schepen volhragtenniettegenstaande het geweldig en aanhoudend vuur der Nederlanders den inlogt gelukkiger. De Schout-bij-nacht Gabaret en de Kapitein de Lezine be reikten met hunne schepen, l'Inlrêpide van 50, en le Marquis van 4'8 stukkenhel eerst den linker vleugel der onzenen nu ontstond er een hevig schulgevaarte van weerszijden waarbij het genoemde schip le Marquis den Nederlandschen bodem Leyden enterde en zich van het hovenschip meester maakte. Doch kort daarop geraakte le Marquis in brand van wien het vuur op de Leyden oversloeg, welke beide schepen eene prooi der vlammen werdenvindende de twee Bevelhebbers en het meerendeel van hun volk in het vuur of in het water den dood. Eenigen tijd daarna geraakten achtervolgens in brand de Nederlandsche oorlogschepen de (jouden Slar en de Mmdelburglibenevens het advies-jagt de Fortuin, welke brandende schepen van hunne ankers geraakt en magleloos door de haai heen en weder drijvendeook hel behoefte-schip de Monnik aanstaken. Inlusschen had ook het andere vijandelijke Smaldeel den Nederlandschen regter vleugel bereikt. De Graaf d'Estrées die de voorste was, zet het, gevolgd door een gewapend advi'es-jagtonder eene hagelbui van kogelsregclregt op de Bescherming hel schip van den Commandeur Bikckes aan maar wordt door een dwarrelwind belet hel te bereiken doch hij slaagt er inhel Iluis te Cruiningen van 56 stukken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 131