56 d'Estrées geweldig geteisterd. Tot zijnen lof moet men zeg gen dat hij zich mannelijk verdedigdeen den Nederlanders zoo veel mogelijk afbreuk deed. Het was in deze ongunstige gesteldheiddat door hem het gewapende behoefte-schip de Ilerlog van York in brand geschoten werd; maar deze ge beurtenis was ook voor hem verderfelijk, want zijn scboone bodem Ie Glorieux van 72 metalen stukken wordtbij hel opspringen van dat schip met brandende overblijfselen bedekt geraakt omtrent den middag in brand en vliegt met donderend geweld in de lucht; wordende van de itë zielen, waarmede het bemand wasbij deze schrikkelijke gebeurtenis slechts weinigen gered onder welke de Graaf d'Estrées zelf, die, aan het hoofd door cenen splinter gewond, hel geluk heeft, onder begunstiging van den rook en te midden van het hagchelijksle gevaar, op eene bijna wonderdadige wijs, eerst het land en daarna een zijner schepen te bereiken. Door bet opspringen van deze twee schepen worden bet Fransche advies-jagt, 's lands fregat Popkensburghet behoefle-schip de Sphaèra Mvndi en de Surinaamsehe koopvaarder Slarrenburgmede aangestoken en verteerd. «Dit was," roept de schrijver der Geschiedenis van het Nederlandsclie Zeewezen, wien wij bij deze beschrijving op den voet gevolgd zijn, uit: «dit was het ontzettendste oogenblik van dezen vreesselijken dagWas de rivier van Rochester, toen Albions trotsche walerkasleelen door de zee- belden van bet gemeenebest werden verbrandgetuige geweest van eene nooit geziene verwoesting; had de baai van Palermo, toen Frankrijks zeemagt een deel der Spaansclie en Neder landsclie schepen aldaar een prooi der vlammen deed worden een ongekend tafereel van verwarring en vernieling opgele verd de baai van Tabago vertoonde op dezen dag, op dit uureen schouwspelwaarvan de beide vroegere gebeurte nissen slechts flaauwe afschaduwingen waren. Binnen eene zeer enge plaatsdoor rotsen ingesloten met klippen en riffen bezet, en bestreken door eene welgewapende sterkte strijden, geankerd, vier en twintig schepen, uren lang, met eene hard nekkigheid van weerszijdenwaarop noch Rochesternoch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 134