HET BELEG VAN MAASTRICHT IN 1652.
De grootschc worsteling, door den Zwijger tegen Spanjc's
tirannij aangevangen, was door zijne dappere zonen Maurits
en Frederik Hendrik roemrijk en gelukkig voortgezet; en,
tot beschaming van alle berekeningen der menschelijke wijs
heid, neigde de overwinning al meer en meer naar de zijde
van dat kleine volk, dal den machtigsten Monarch der aarde
bestreed. Neerland ging niet verloren; het verbrijzelde de
kluisters van gewetensdwang en dwingelandijhet brak de
schavotten af en doofde de martelvuren uit; het verdedigde
met leeuwenmoed de muren zijner steden tegen talrijke en
dappere legers; het won telkens aan krachten in dien zoo lang
voortgezetten kamp hel breidde met ieder jaar zijnen werk
kring uit; en terwijl zijne Vloten op de verste zeeën den
vijand opzochten en bestredenwaren de Nassausehc Vorsten
rusteloos werkzaam in het verdedigen der landgrenzen en in
het vergroolen van het grondgebied der Republiek. Had men
in de eerste jaren van den oorlog, de vijandelijke krijgsscharen
voor de muren van Alkmaar gezieneene halve eeuw later
deed Frederik Hendrik zijne standaarden in de Zuidelijke Neder
landen wapperen en het Wilhelmus van Nassciuwen weergalmde
meer dan eens als zegezang over de heidevlakten van Brabant
en Limburg.
De steeds aangroeijende macht van onzen Staat, even zeer
als Spanje's steeds toenemende verzwakkingschenen ten laat
ste het einde van den langdurigen oorlog te moeten aan
brengen; en in 1652 meenden de Regeerders van ons land,
door céne krachtige poging, de zege beslissend en onherroe
pelijk tot hunne zijde te kunnen doen overslaan. Er waren
redenen om dit te meenenwant behalve dat Gustaaf Adolf