64 dien aarddat niet de gehcele omverwerping der Spaansclie heerschappijmaar slechts de verovering van Limburgde vrucht was van den dat jaar gevoerden veldtocht. Nóg, om tot die uitkomst tc geraken, was er al dat beleid en al die geestkracht noodig, welke Frederik Hendrik, als Legerhoofd, eene zoo uitstekende plaats hebben verworven. In de volgende bladen willen wij trachten dit aan te toonen door een kort verhaal van de wijze waarop Maastricht werd aangevallen en voor de wapenen der Republiek bezweek. De uitgestrekte heide bij Mookin vroegere eeuwen zoo dikwijls de verzamelplaats onzer legers was op Pinksterdag van het jaar 1652 bedekt met Regimenten Voetvolk en Ruiterij, met geschut en wagens, en met alles wat een leger uitmaakt, of tot het onderhoud van een leger dient. De Stadhouder monsterde daar zijne macht, die eene voor die tijden buiten gewone sterkte had: zij telde 17000 man Voetvolk, in 22 Regimenten verdeelden 4000 Ruiters. De Artillerie van dit leger werd gevormd door 85 stukken geschut, die grooten- deels 'uil ligte kalibers bestonden en al het gebrekkige hadden dat, toen en nog later, de Artillerie aankleefde. Ongeveer •1500 wagens, beladen met levensmiddelen, met krijgsbehoef ten, met ponten om bruggen te slaan, zelfs met molens en ovens, maakten eene nasleep uil, die noodwendig de bewe gingen eens legers moest belemmeren maar die bij de toen malige wijze van oorlogen eene volstrekte noodzakelijkheid was thans kan men zich veel sneller bewegen met een leger, omdat dit leger slechts zeldzaam zijne levensbehoeften heeft mede te voerenmaar die vindt in het land waar het oor loogt; in de zeventiende eeuw was men niet gewoon zoo te handelen en de wijze van zamenstelling der legers zou den kelijk zulk eene handeling onuitvoerbaar hebben gemaakt. Want verkeerd zou het zijn, zich voor te stellen, dat de legers van de zeventiende eeuw in hunne zamenstelling over eenkomst hadden met de hedendaagsclie nationale legersdie uit de zonen des lands aangevuld, geen onzuivere bestand-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 142