09
bestaanals blijken van de sterkte van den bouw der vroe
gere eeuwen daarvóór had men nog die grooteiSleels drooge
gracht, wier breedte en aanmerkelijke diepte vijftig voet,
zegt eene opgave reeds op zich zelve cenen aanvaller de ge-
duchtste hindernis opleverdenbedekte weg en enkele buiten
werken voltooiden de versterkings-middelen der stad. Wijck,
met een gebastionneerden hoofdwal, met natte gracht om
geven en van twee ravelijnen voorzien was eveneens goed
bestand tegen een aanval die bovendien weinig voordeel
zoude opleveren; dewijl de belegeraar, na de vermeestering
dier voorstadnog altijd door den breeden Maasstroom van
Maastricht bleef gescheiden.
liet beleid over de verdediging van Maastricht was toever
trouwd aan den Baron de Lede, een dapper en bekwaam
Bevelhebber. De bezetting der vesting bestond uit 5000 man
Voetvolk en 2 Kompagnieën Ruiterijeene sterkte die in
onze dagen als gering zoude voorkomen maar die toen bij
den minderen omvang der vestingwerken en bij de meer
gebrekkige wijze van aanvallenals aanzienlijk werd be
schouwd. Evenzoo zal het ons nu vreemd voorkomendat
eene hoeveelheid van 4ü stukken geschut, door dc schrijvers
van dien tijd voor Maastricht eene sterke bewapening wordt
genoemd; in onze dagen zou zulk eene bewapening als ge
heel onvoldoende en nietig worden geachtrfiaar men moet
hierbij in aanmerking nemen dat de Artillerie in die eeuw-
op lange na niet die uitbreiding hadwelke zij later heeft
verkregenen dat ook zoo als wij zien zullenhel geschut
dat de belegeraar tot den val van Maastricht aanwendde
slechts uit ecu zeer klein aantal vuurmonden bestond. Van
levensmiddelen en krijgsvoorraad was de stad overvloedig
voorzien, zoodat zij evenzeer eene uithongering als een ge
weldigen aanval konde tarten.
Bij de belegeringen van die dagen was het eene eerste
zorg, de aangevallen vesting met eenen kring van verschan
singen te omgevenom daardoor allen toevoer en hulp van
buiten van die vesting af te snijden. Vooral onze Stadhou.