70 ders hadden zulk eene handelwijzeontleend van de krijgskunst der Romeinentot een vasten stelregel aangenomen bij de menigvuldige door hen ondernomen belegeringenen daar door dikwijls bijna onder bet oog der Spaansche legerhoofden de aangevallen sterkten doen bezwijken, ilicr, bij Maastricht, ging Frederiic Hendrik op dezelfde wijze te werk. Het leger werd in verschillende kampen of kwartieren, om de stad, op de beide oevers der Maas, verdeeld. Tc Smeermaas, een dorp aan het lagere gedeelte der rivierkwam Brederode de Bevelhebber van Yenlo met 5 Regimenten Voetvolk en een gedeelte der Ruiterij onder Stakenhroek; de Stadhouder zelf, met de hoofdmacht des legers waaronder de Engelsclie en Fransche Regimenten, sloeg zijn kamp neer op eene hoogte aan de west-zijde der stad op den weg naar Tongeren; meer zuidelijk, nabij liet dal van de Joker, maar nog op den linker oever van dat riviertje, kwamen 2 Regimenten Voetvolk onder Graaf Hendrik Casimir oudsten zoon van den voor Roermond gesneuvelden Stadhouder van Friesland; op den Sl. Pieters berg, ter plaatse waar thans het fort S'. Pieter zich verheft, kwam het kwartier van den Kolonel Pinsen die 3 Regimenten Voetvolk onder zijne bevelen had. Zoo werd het grootste gedeelte van het. Nederlandsche leger op den linker-oever der Maas geplaatst, waar men liet eerst de Spaansche hulpbenden vreesde te zied opdagen. Op den rechter-oever, om Wijck kwam aanvankelijk slechts eene kleine macht: Graaf Maurits van Nassau, met zijn Regiment, versterkt door eenige Kom- pagniecn uit andere Regimenten getrokkenplaatste zich bij het dorp Ambytusschen de wegen die naar Sittard en naar Aken voerente Iloehttegen over de legerplaats van Brede rode, kwam Styrum met eene sterke Afdeeling Ruiterijterwijl het overige gedeelte van dal wapen, door den Hertog van Bouillon aangevoerd, zijn kamp opsloeg tusschen het kwar tier van Graaf Maurits en het hoogere gedeelte van de Maas. De Stadhouder gaf bevel, oogcnblikkelijk aan hel versterken der kwartieren te beginnenen een paar dagen arbeids waren voldoende om die met wal en gracht te omringen. Daarna

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 148