71
ving men aan met van het eene kwartier tot liet andere
cene doorloopende borstwering op te werpen, met daarvóór
liggende gracht; de borstwering had 9 voet hijna 5
el hoogte. Van de dikte wordt niet gewaagdmen kan
aannemen dat die niet groot zal geweest zijndaar in dien
tijd de borstwering niet bestand behoefde te zijn tegen een
sterk artillerie-vuur, zoo als dit in onze dagen noodig is.
Eene groote hoevein het dal van de Jcker gelegen werd
door eenige Friesche Kompagnieën van Graaf Hendrik Casimir
bezet, het riviertje afgedamd, en door de onderwater-zetting
die daardoor ontstond, een klein gedeelte der linie onaan-
valbaar gemaakt. Om de gemeenschap tusschen de beide
oevers van de Maas te verzekerenwerden twee schipbruggen
over de rivier geslagende eene bij het lagere gedeelte
tusschen Smeermaas en Hocht; de andere aan den voet van
den S'. Pietersberg, tusschen de kwartieren van den Hertog
van Bouillon en van Pinsen. Die arbeid werd met zoo
veel kracht doorgezet, dat binnen weinige dagen Maastricht
met een gordel van verschansingen was omsloten die moeije-
lijk door 's vijands wapenmacht zou zijn te doorbreken.
Terwijl dus maatregelen genomen werden om den vijand,
van builen te weerstaandeed Frederik Hendrik tevens het
beleg der vesting beginnen. Tot front van aanval was ge
kozen het gedeelte der vesting nabij de Brusselsehe poort,
de plaats waar ook vroeger Parma's leger Maastricht was
binnengedrongen maar de macht van den Stadhouder was
te zwak om op het voetspoor van het Spaansche Leger
hoofd dien hoofd-aanval door aanvallen op andere gedeelten
Ie ondersteunen. In twee nadernissenvan de zijde der leger
plaats van Frederik Hendrik uitgaande, en gericht op twee
torens of bolwerken aan weerszijden van de Brusselsehe poort
gingen de belegeraars vooruit; aan de nadernis rechts van de
poort van buiten gezien werd gearbeid door de En-
gelsche Regimenten aan de nadernis linksdoor de Fransche.
In elke loopgraaf werd de gewone wacht uitgemaakt door
12 Kompagnieën Voetvolk; terwijl 2 Kompagnieën Ruiterij