Maar, terwijl de Stadhouder 7.00 naar den val van Maas
tricht streefde, daagde een tweede leger op ter hulp van
die vesting, en dit scheen niet alleen hare inneming tot cene
onmogelijkheid te zullen maken, maar zelfs de heirmachl des
Stadhouders met een wis verderf te bedreigen. Een Keizerlijk
leger naderde het oorlogslooneel. Er bestond toen ter tijd
geen verklaarde oorlog lusschen de Republiek der Yereenigde
Nederlanden en den Keizermaar wel vijandschap met de
daad: de Republiek ondersteunde de Duitsche Vorsten, die
den Keizer bestreden met geld met wapens met troepen
en haar grondgebied was herhaaldelijk eenc toevlucht en
wijkplaats voor die Vorsten en voor hunne aanhangersen
Oostenrijk daarentegen ontzag zich ook niet zijne legers
naar de Nederlanden af te zenden om aldaar de Spanjaarden
behulpzaam te zijn in den legen ons gevoerden oorlog.
Zóó had hel in 1029 tijdens het beleg van 's Hertogenbosch
gedaan; zóó deed liet ook nu, bij dat beleg van Maastricht.
Pappeniieim, met een Keizerlijk leger van 12000 man Voet
volk en 3 a 4-000 Ruiterswas te Dusseldorp aangekomen
en, daartoe van de Spaansehe zijde aangezocht, den Rhijn
overgetrokken om tot ontzet van Maastricht op te rukken.
Dat leger was nog minder te duchten door zijne getalsterkte
dan door zijne zamenslelling en door den grooten naam van
zijn Aanvoerder. Pappenheim was in die dagen wat Ney en
Muiut hij Napoleon's legers wareneen Aanvoerder van eene
onvergelijkelijke dapperheid, wiens onstuimige moed meer dan
eens de zege besliste; hij was het, die Wallenstein en Tilly
tot reehter-hand diendedie Maagdenburg had doen vallen en
met moord en verwoesting vervulden die doldriftig en
dweepziek ijveraar voor de zaak zijns Keizers later, op
het bloedige slagveld van Liilzen een oogenblik de zege aan
de zijde der Oostcnrijksche standaards zoude brengenen nog
juichen, hij zijn sneuvelen, over den dood van Gustaaf
Adolf, den grootsten vijand zijns Vorsten. Het leger was
dien Veldheer waardig: het was geoefend, gehard in het
oorlogendapperuitmuntend de roem der Pappenheimsche