80 geharde [roepen. De belegeraars hadden den steun eener ver schanste linie: maar die linie, zeer uitgebreid en weinig begunstigd door de natuurlijke gesteldheid van den grond, kon onmogelijk overal krachtdadig worden bezetkon onmo gelijk overal krachtdadig verdedigd worden hare doorbreking was dus geene onwaarschijnlijkheiden had dal plaatsdan was niet alleen Maastricht aan de Nedcrlandsehe wapenmacht ontrukt, maar dan zou ook Frederik Hendrik's leger, gesla gen verbrokenop grooten afstand van de kern van 't Ge- mcenebeslgeheel te midden zijner vijandenmocijelijk eenen terugtocht kunnen doenmogelijk geheel verloren gaan. De toestand waarin de Stadhouder toen verkeerde was van dien® aard; dat zij den overmoed zijner vijanden rechtvaardigde, de onrust van zijne eigen aanhangers verklaarde, en vreemden zich het recht deed toekennenals bemiddelaars tusschen de strijdende partijen op te treden. Als zulk een bemiddelaar verscheen de Hertog von Neuburg, een onzijdig Duitscli Yorst, in de legerplaats der Nederlanders, en werd tot een mondgesprek met Frederik Hendrik toege laten. De Hertog stelde aan den Stadhouder voor, dat alleen de wensch om dezen te spreken over het welzijn van de Vereenigde Nederlanden en dat van hun Opperhoofdde re den was, dat hij als bemiddelaar optrad; dal, na de komst van Pam'eniieim's leger en zijne vereeniging met de Span jaarden, er aan geene vermeestering van Maastricht viel te denkenen dat integendeelindien men bij de belegering bleef volhardenmen zich aan groole rampen en een gcheelen ondergang blootstelde. Om die rampen af te wenden, sloeg de Hertog het aanwenden voor van een middeldal heide partijen zoude voldoen, en beider eer ongekrenkt zoude laten dat middel zou daarin bestaandat Maastricht noch den Span jaarden, noch den Nederlanders zoude loehehoorenmaar Keizerlijke bezetting ontvangen. Nam de Stadhouder dit voor stel aan, dan maakte de Hertog zich sterk, de Spanjaarden te overreden, dat zij het Nederlandsche leger ongehinderd zouden laten aftrekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 158