82
De Stadhouder had intusschen den tijd niel onbenuttigd voor
hij laten gaan, maar, reeds vóór Pappeniieim's. komstaan de
linicn op den rechter-oever der Maas eene sterkte gegeven
die zij in het eerste tijdperk van het beleg niet hadden. Zoo
werd onder anderen Amby versterkt, de kleine kerk van dat
dorp ter verdediging ingericht, en door dubbele borstweringen
verbonden met de achterwaarts liggende legerplaats van Graaf
Maurits. Zoo ook deed de Stadhouderom de geheele linie
en op een honderd passen daarvóór, eene dubbele gracht
graven, die bij eene bestorming den aanvaller moest legen-
houden en hem langer blootstellen aan de vuurwapens des
verdedigers. De grootste waakzaamheid werd den troepen aan
bevolen en alles hield zich gereed tot het weerstaan van den
spoedig verwachten aanvalin de legerplaats van Frederik
Hendrik waren 12 stukken geschut, twaalfponders, altijd met
paarden aangespannen en gereed om te snellen naar dat ge
deelte der linie dat bedreigd werd. Tegen eene uithongering
van het Ncderlandsche legerkamp waren ook voorzorgen geno
men in dat kamp bevond zich een voorraad van levens
middelen voor zes weken lijdsen om van het onzijdige huik
over de Maas toevoer te kunnen ontvangenhad de Stad
houder het sterke kasteel van Argenteautusschen Luik en
Maastricht, doen bemachtigen door eene Afdeeling onder den
Hertog van Bouillon.
Terwijl zoo aan de zijde der Nederlanders een wijs beleid den
gang der krijgszaken bestuurde en daardoor de zege voor
bereidde, werden daarentegen de handelingen onzer vijanden
belemmerd en verlamddoor dat .gebrek aan eenheid en over
eenstemming, dat men zoo dikwijls bij verbonden legers op
merkt. Er was eene hooggaande tweedracht gerezen tusschen
de Spanjaarden en de Keizerlijken. Pappenheim was daarvan
de oorzaak geweesttoen hijin zijn trotschen overmoed
met geringschatting van het Spaansche leger spraken ver
klaarde dal hijom Maastricht te bevrijdende hulp van dat
leger niet behoefde, maar daartoe aan zijne Keizerlijken eene
voldoende macht had. De Spanjaardengekrenkt door die