87 jarigen worstelstrijd tegen Spanje, naauwlijks één andere veld slag kan worden aangewezendan die welke Maurits in de duinen van Nieuwpoort streed. De .geringe sterkte der toen malige legers en liunue bijzondere zamenstelling even zeer als de eigenaardige wijzewaarop toen de oorlogen werden gevoerdmaakten het den Veldheeren der zestiende en ze ventiende eeuw onmogelijk, spoedig door een bcslissenden strijd tot het einde des oorlogs te komenzij waren gedwon gen eene meer langzame wijze van handelen te volgen, hun vijand in het klein afbreuk le doen, en voornamelijk tot het belegeren en innemen der vijandelijke vestingen hunne toevlucht te nemen. Dat was toen het middel om een oorlog lot een goed einde te brengen; dat was toen de werkkring, waarin zich het genie des Veldheers kou bewegendaar was toen roem te behalen. Men moet zich in den geest van een tijdperk verplaatsen om de gebeurtenissen van dal tijdperk met juistheid te beoordeelenin onze dagen zou eene bele gering en vermeestering van eene vesting als Maastricht mogelijk eene handeling zijn van ondergeschikt belang; in de dagen van Fredeuik Hendrik was het een even gewichtig en roemrijk wapenfeit, als in de negentiende eeuw de veld slag hij Marengo of die van Ilohenlinden. Was het op zich zelve reeds eene roemrijke verrichting, in ééncn veldtocht Limburg te veroveren en Maastricht te doen vallen, oneindig wordt die roem verhoogd, door de geduchte hindernissendie de Stadhouder moest le boven ko men om tot zoo groolsch eene uilkomst le geraken. Toen Fredeuik 11 bij den veldtocht van 1737 het beleg sloeg voor Praag, heeft de bevoegdsle beoordeelaar van de daden des Pruissischen Konings Napoleon het denkbeeld van dit beleg genoemd «een der stoutste en meest grootsche denk beelden die de nieuwere geschiedenis oplevert." Er is niets af te dingen op dien lof; maar vergelijk den toestand der oorlogvoerende partijendan zult gij erkennen dat er voor Frederik Hendrik minder kans was om Maastricht in te nemen, dan voor Fredeuik II om de hoofdstad van Bohemen (e doen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 165