88 vallen; en toch is de onderneming van den Pruissischen Mo narch mislukt, terwijl de Stadhouder de zijne roemrijk ten einde bracht. Cjesar's belegering van Alesia wordt met recht als een der uitstekendste wapenfeiten geschat van dien groot sten Veldheer der oudheid: en uit de uitvoerigheid, waarmede hij hel verhaal dier belegering geeft, kan men opmerken, hoe veel waarde hij zelf daaraan hecht. Maar lees en bestudeer dat verhaalvergelijk het met alles wat bij de belegering van Maastricht voorvielen gij zult ziendat de Stadhouder de vergelijking verdient met dien Romeinwiens krijgsdaden een onafgebroken onderwerp van studie voor Frederik Hendrik zijn geweest. Wantaannemende dat dit verhaal van Czesar dat. door geen verhaal zijner vijanden kon worden tegenge sproken in allen deele waarheid bevaten vrij is van alle overdrijving, dan is toch dat terugslaan van het Gallische legerdat het uitgehongerde Alesia wilde ontzettengeen grootscher wapenfeit geweest dan het terugslaan der heir- scliaren van Santa-Croce en van Pappenheim want dat heir der Galliërs moge talrijk geweest zijn als het zand der zee het hadals dateven weinig zamenhang of krachten was ongeoefend en in haast bij-één geraaptonbestand legen den schok der oudeuitmuntende Romeinsche legioenenterwijl de legers, waaraan Frederik Hendrik het hoofd bood, tot de beste van het toenmalige Europa behoorden. Die verbazende uitkomstmet een leger van twintig dui zend man eene sterke vesting te doen vallendie door cene vijandelijke macht van veertig duizend man werd ter hulp gekomen moet voor een groot gedeelte toegeschreven worden aan de verstandige aanwending der veldverschansingaan wending, waarin Frederik Hendrik, even als vroeger zijn broeder Macrits, het voetspoor der Romeinen volgde. De veldverschansing, die nog in onze dagen gewichtige voordeden kan geven, gaf die nog veel meer in die vroegere tijden, toen de legers veel minder beweegbaar waren en toen vooral de Artillerie op lange na niet de sterkte en uitmuntendheid had, die dit wapen in onze dagen heeft, en dus de middelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 166