om verschanste liniën aan te vallen veel beperkter en gebrek kiger waren dan thans. De veldtochten van den tachtigjarigen oorlog leveren een aantal voorbeelden op van uitmuntende toepassing der veldverschansingvooral door onze groote Stad houders Maurits en Frederik Hendrik. Zoo heeft altijd dat beleg van 's Hertogenbosch in '1029, en de reuzen-arbeid die daarbij plaats had, de rechtmatige bewondering van tijdgenoot en nakomelingschap opgewekt, en is het alléén reeds voldoende om Frederik Hendrik de onsterfelijkheid te verzekeren. Maai de werken die de belegering van Maastricht moesten mogelijk makenzijn niet minder verbazend geweest. Zekermen had hier niet, zoo als bij de belegering van 's Hertogenbosch, zoo groote moeijélijkheden van het terrein te overwinnenmaar men had ook geene voordeden van het terrein te benuttigen: de open landstreek rondom Maastricht en Wijck gaf den vijand vrijheid, aan alle zijden tot den aanval op de Neérlandsche liniën op te rukkenterwijl de liniën om 's Herlogenboseh op verschillende gedeelten zoo goed als onaanvalbaar waren. Bovendien dat legerkamp voor 's Hertogenbosch stond in onafgebroken gemeenschap met Holland, vanwaar men ge reedschappen bouwstoffenarbeiders en alles deed komen wat men voor den aanleg der liniën en loopgraven noodig hadom Maastricht daarentegen was het Neérlandsche leger geheel afgescheiden van de kern van 't Gemeenebeslgeheel te midden van eene vreemde, vijandige landstreek; zelf moest het in alles voorzienzelf zijne liniën en aanvals-werken opwerpenen een arbeid verrichtenwaarvoor de verbeel ding van den liedendaagschen krijgsman terugdeinst. Wanneer wij in de voorgaande bladen eene oppervlakkige en gebrekkige schets der gebeurtenissen van 1(532 hebben gegeven, dan is dit vooral geweest, om indachtig te maken aan de te dikwijls verwaarloosde heldenfeiten die in onze geschiedenis voorkomen. Onnadenkende ondankbaren die wij zijngaan wij bij vreemden voorbeelden van krijgsdeugd en volksgrootheid zoeken en vergeten het,, dat de daden onzer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 167